Kortrijk Art Weekend
24.-25.-26.Okt.25

Kunst in de publieke ruimte

Over

Kunst in de publie­ke ruim­te is een essen­ti­eel onder­deel van het his­to­ri­sche en heden­daag­se cul­tu­reel erf­goed en geheu­gen van de stad. Ze is niet alleen van­uit his­to­risch stand­punt van belang, maar biedt ook kan­sen om actu­e­le en heden­daag­se spo­ren na te laten. Ze maakt van Kort­rijk één gro­te cul­tu­re­le site, zowel laag­drem­pe­lig als kwa­li­ta­tief. Een meer­waar­de voor inwo­ners en bezoe­kers. Via kwa­li­ta­tie­ve kuns­tin­te­gra­ties in de publie­ke ruim­te in Groot Kort­rijk, op een laag­drem­pe­li­ge, actu­e­le en dyna­mi­sche manier met loka­le en inter­na­ti­o­na­le kun­ste­naars, kunst toe­gan­ke­lijk maken voor een groot publiek en mee­bou­wen aan de iden­ti­teit, leef­baar­heid en de uit­stra­ling van de stad.

De col­lec­tie in de publie­ke ruim­te bestaat uit een 130-tal kunst­wer­ken waar­on­der sculp­tu­ren, beel­den, gedenk­pla­ten, monu­men­ten en oor­logs­mo­nu­men­ten, borst­beel­den en hei­li­gen­beel­den, reli­ëfs en moza­ïe­ken, muur­schil­de­rij­en en geïn­te­greer­de kunst­wer­ken. Ze staan ver­spreid over Kort­rijk en deel­ge­meen­ten Heu­le, Mar­ke, Aal­be­ke, Bel­le­gem, Rol­le­gem, Kooi­gem en Bis­se­gem. De kunst­wer­ken zijn zeer divers van samen­stel­ling en mate­ri­aal­soort nl. brons, koper of metaal, hout, steen of mar­mer, kunst­stof, glas, …

  • 1

    Creation ‣ Kris Martin

    2025 Creation Kris Martin c Dieter Van Caneghem 1

    Over het kunstwerk

    Tot 1978, toen de Arme Kla­ren de Groe­nin­ge­ab­dij ver­lie­ten, wer­den in deze muur­ka­pel­len de Zeven Smar­ten van Maria afge­beeld. Kris Mar­tin blaast ze nieuw leven in met Cre­a­ti­on, een kunst­werk uit glas­mo­za­ïek dat in een abstrac­te, uni­ver­se­le vor­men­taal ver­wijst naar de zeven dagen van de schepping. 

    Het oeu­vre van Kris Mar­tin (°1972) is door­a­demd van reli­gi­eu­ze sym­bo­liek en in die zin sterk ver­bon­den met de tal­rij­ke kloos­ters, ker­ken en kapel­le­tjes uit zijn geboor­te­stad Kort­rijk. Zijn werk roept vra­gen op over iden­ti­teit, zin­ge­ving en ver­gan­ke­lijk­heid — thema’s die al eeu­wen­lang de kunst­ge­schie­de­nis door­krui­sen. Hij speelt met her­ken­ning en ver­vreem­ding om ons te laten stil­staan bij de gro­te­re vra­gen. Op die manier cre­ëert hij ruim­te voor reflec­tie, con­tem­pla­tie, ver­zet en poëzie. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 2

    Sing Sing ‣ Frederik Van Simaey

    2024 Sing Sing Frederik Van Simaey c Dieter Van Caneghem 3

    Over het kunstwerk

    Sing Sing is een sculp­tuur in de vorm van een meta­len hek, dat ner­gens naar­toe lijkt te lei­den of niets begrenst. Het hek werd zo ver­vaar­digd dat, wan­neer je met een stok of staaf tegen de ver­schil­len­de spij­len van het hek tikt, de melo­die van Altijd is Kort­jak­je ziek te horen is. De leng­te van de ver­schil­len­de spij­len zor­gen voor een vari­a­tie in toonhoogte.

    Het werk is van kun­ste­naar Fre­de­rik Van Simaey en werd in 2018 aan­ge­kocht door Stad Kort­rijk na de Tri­ën­na­le Play. Het beken­de lied ver­wijst naar de zor­ge­lo­ze kin­der­tijd van Van Simaey. Altijd is Kort­jak­je ziek is een kin­der­lied dat terug­gaat op een bekend volks­lied uit de acht­tien­de eeuw. Het werk is een uit­no­di­ging aan de bezoe­kers om zich te laten onder­dom­pe­len in deze nos­tal­gie naar hun kinderjaren. 

    Fre­de­rik Van Simaey (°1979, Kort­rijk) duwt ons met de neus op din­gen waar­aan we voor­bij drei­gen gaan. Hij gebruikt schijn­baar waar­de­lo­ze voor­wer­pen en trans­for­meert deze aan de hand van mini­ma­le ingre­pen tot een soort poë­ti­sche en artis­tie­ke raad­sels. Zo cre­ëert hij een span­ning tus­sen con­cept, wer­ke­lijk­heid en ver­wach­ting. Hij stelt zich hier­bij vra­gen over de nood­zaak van het creëren. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 3

    THERE'S SOMETHING IN THE AIR ‣ Sandra E. Blatterer

    DSC 0661

    Over het kunstwerk

    Het licht­kunst­werk THE­RE’S SOME­THING IN THE AIR werd ont­wor­pen door San­dra E. Blat­te­rer (°1978, Wenen). Bij de reno­va­tie van de oude brand­weer­ka­zer­ne en omvor­ming tot nieu­we Deel­fa­briek werd er ook een kuns­tin­te­gra­tie voor­zien. Er werd geko­zen voor de lichts­culp­tuur van San­dra Blatterer. 


    Deel­fa­briek
    In de Deel­fa­briek krijgt cir­cu­lai­re eco­no­mie een plaats in de stad. De Deel­fa­briek staat voor een nieu­we manier van leven en kij­ken die inspeelt op de groei­en­de trend van deel- en her­ge­brui­k­eco­no­mie. Er zijn ver­schil­len­de bur­ger­ini­ti­a­tie­ven geves­tigd rond rui­len, lenen en her­ge­brui­ken. Het is een open plek waar ieder­een wel­kom is. Er wordt een warm empo­we­rend en auto­noom kli­maat geschept waar­bij diver­se ini­ti­a­tief­ne­mers elkaar kun­nen vin­den en ver­ster­ken. Van­uit die gedeel­de visie op delen’ wordt er ver­bin­ding gemaakt met men­sen die wil­len bespa­ren, con­su­min­de­ren, duur­za­mer leven of zelf­red­za­mer wor­den.

    Oude brand­weer­ka­zer­ne
    Deze site was de voor­ma­li­ge brand­weer­ka­zer­ne van Kort­rijk. Het moder­nis­tisch gebouw werd opge­trok­ken in 1940 naar ont­werp van archi­tec­ten W. Dutoit, P.A. Pau­wels en W. Van­sprang­he. Opval­lend is de 24 meter hoge toren met gla­zen arends­nest. Deze werd vroe­ger gebruikt om de brand­slan­gen te dro­gen. De toren is van ver te zien en vormt een land­mark in de omge­ving. Net om die reden werd het kunst­werk van San­dra Blat­te­rer in de toren gere­a­li­seerd.

    THE­RE’S SOME­THING IN THE AIR
    De lichts­culp­tuur vormt een baken in de stad en is een her­ken­nings­punt tij­dens de don­ke­re uren. Het idee van dit licht­kunst­werk is ont­staan uit het schrij­ven met licht”. San­dra Blat­te­rer expe­ri­men­teert met drie­di­men­si­o­na­le licht­te­ke­nin­gen in de ruim­te en hoe deze teke­nin­gen of geschrif­ten zich ver­hou­den tot de toe­schou­wer, de omge­ving en de omlig­gen­de mate­ri­a­len. Dit licht­kunst­werk speelt met de ruim­te, met het publie­ke en het pri­va­te, met het con­cep­tu­e­le, maar ver­wijst tege­lij­ker­tijd naar doel­ge­rich­te belet­te­ring in onze wereld en de mate­ri­a­lis­ti­sche wereld van pro­duc­ten. De lichts­culp­tuur ver­bindt men­sen, ver­bindt de stad en ver­wijst ook door haar mate­ri­a­li­teit naar de mis­sie en visie van de Deel­fa­briek, waar­door het een soort soci­a­le sculp­tuur wordt.

    To pluck some­thing out of the air means to draw from the void. Some­thing is in the air’ points out to an expec­tant futu­re soon mate­ri­a­li­zing. Both ide­as together seem to sketch the out­lines of a yet uns­ha­ped spa­ce whe­rein any fur­ther thought and dream can bre­a­the, from who­me­ver it may ori­gi­na­te.” — Tho­mas Schütt

    San­dra E. Blat­te­rer is gebo­ren in Wenen (Oos­ten­rijk) en woont en werkt in Ber­lijn (Duits­land). In haar werk onder­zoekt ze ver­schil­len­de metho­den van artis­tie­ke licht­ont­wik­ke­ling en het effect van ver­schil­len­de licht­kwa­li­tei­ten in ruim­tes. Ze cre­ëert instal­la­ties en per­for­man­ces aan de hand van ont­werp­schet­sen, media­stu­dies, video map­ping, muziek, foto­gra­fie en architectuur. 

    Foto: Stad Kortrijk

  • 4

    Sequence n°1 ‣ Filip Dujardin

    Filip Dujardin

    Over het kunstwerk

    Langs het jaag­pad van de Leie duikt onver­wacht een merk­waar­di­ge struc­tuur op: een lan­ge muur van rode snel­bouw­ste­nen en dak­pan­nen, die tege­lijk her­ken­baar en ver­vreem­dend oogt. Sequen­ce1 van kun­ste­naar en foto­graaf Filip Dujar­din lijkt op het eer­ste gezicht een onaf­ge­werkt gebouw of een rest­struc­tuur – met een trap, een boog, een schoor­steen en een dak­lijn – als­of het begin van een huis zich in de open ruim­te ont­vouwt. Maar wie dich­ter­bij komt, merkt dat het om iets anders gaat. De instal­la­tie heeft geen bin­nen­kant, geen func­tie, geen slui­tend geheel. Ze bestaat puur uit vorm: een aan­een­scha­ke­ling van archi­tec­tu­ra­le geba­ren die ner­gens toe leidt. 

    Dujar­din speelt in dit werk met de grens tus­sen rea­li­teit en ver­beel­ding. Bekend om zijn foto­col­la­ges van onmo­ge­lij­ke gebou­wen, ruilt hij hier voor het eerst zijn digi­ta­le beel­den in voor fysie­ke mate­ri­a­len. Het resul­taat is een sculp­tu­ra­le wan­de­ling door de taal van de archi­tec­tuur, waar­bij elke vorm iets sug­ge­reert, maar nooit tot een echt gebouw wordt. 

    De instal­la­tie werd in 2015 gere­a­li­seerd in het kader van het kunst­par­cours Flux, op een plek die sym­bool staat voor de her­nieuw­de rela­tie tus­sen Kort­rijk en haar rivier. Na de groot­scha­li­ge Leie­wer­ken kreeg de oever terug ruim­te en rust. De gebruik­te mate­ri­a­len, zoals snel­bouw­steen en klas­sie­ke dak­pan­nen, ver­wij­zen tege­lijk naar het indu­stri­ë­le ver­le­den van de streek en naar de alle­daag­se bouw­cul­tuur in Vlaanderen. 

    Filip Dujar­din (°1971) is foto­graaf, kunst­his­to­ri­cus en beel­dend kun­ste­naar. Hij woont en werkt in Gent, en onder­zoekt in zijn werk de grens tus­sen archi­tec­tuur, illu­sie en verbeelding. 

    Foto: Filip Dujardin

  • 5

    Modified Social Bench NY #05 ‣ Jeppe Hein

    202404 Modified Social Bench Jeppe Hein c Dieter Van Caneghem 3

    Over het kunstwerk

    Op het eer­ste zicht lijkt deze fel­ro­de bank een gewo­ne zit­plek, maar wie dich­ter­bij komt, merkt al snel dat er iets niet klopt. Deze Modi­fied Soci­al Bench van de Deen­se kun­ste­naar Jep­pe Hein daagt je uit om anders om te gaan met een alle­daags object. Door de ver­vorm­de vorm wordt zit­ten een actie­ve, soms speel­se erva­ring. Je leunt, klau­tert of zoekt je even­wicht – en dat maakt de bank tot veel meer dan een gebruiks­voor­werp. Jep­pe Hein wil met zijn ban­ken men­sen uit­no­di­gen om op een nieu­we manier naar hun omge­ving én naar elkaar te kij­ken. Hoe­veel ruim­te nemen we in? Hoe dicht­bij laten we ande­ren toe? De bank sti­mu­leert ont­moe­ting, inter­ac­tie en onver­wach­te gesprek­ken in de publie­ke ruimte. 

    Het werk werd in 2018 geplaatst tij­dens het Kort­rijk­se kunst­fes­ti­val PLAY en is sinds­dien uit­ge­groeid tot een her­ken­baar punt aan de Leieboorden. 

    Jep­pe Hein (°1974, Kopen­ha­gen) woont en werkt in Ber­lijn. Hij staat bekend om zijn inter­ac­tie­ve instal­la­ties die spe­len com­bi­ne­ren met soci­a­le reflec­tie. Hij was een assis­tent van de kun­ste­naar Ola­fur Eli­as­son en ver­te­gen­woor­dig­de in 2003 Den­e­mar­ken tij­dens de Biën­na­le van Venetië. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 6

    Wilting Flower #5 ‣ Daan Gielis

    2025 Wilting Flower 5 Daan Gielis c Dieter Van Caneghem 2

    Over het kunstwerk

    Deze zes meter hoge blauw­groe­ne neon­bloem met han­gen­de knop bevindt zich in de sche­mer­zo­ne tus­sen vita­li­teit en kwets­baar­heid. De wil­de kie­vits­bloem (Fri­til­la­ria Melea­gris) is een sym­bool voor weder­ge­boor­te en ver­nieu­wing. Met een druk op een knop kan je de neon bloem enke­le minu­ten laten oplich­ten. Als een poë­ti­sche vari­ant van het eeu­wen­ou­de ritu­eel om kaars­jes te bran­den in de kapel sym­bo­li­seert het kunst­werk zo de con­ti­nu­ï­teit tus­sen troost- en schoon­heids­zoe­kers van vroe­ger en vandaag. 

    Daan Gie­lis (19882023) inspi­reer­de zich voor dit werk op een col­lec­tie vroeg­mo­der­ne hout­druk­ken uit het Plan­tin-More­tus Muse­um in Ant­wer­pen. De kun­ste­naar groei­de op met plan­ten – zijn moe­der is flo­ris­te en zijn vader land­schaps­ar­chi­tect – en werd gegre­pen door hun tij­de­lijk­heid. In enke­le dagen is een bloem ver­welkt, maar in de kor­te duur van haar bestaan getuigt ze van een enor­me levens­kracht. Dat tij­de­lijk­heid en kracht samen­gaan, drukt Gie­lis uit in hel­de­re neon. Die tij­de­lijk­heid moest hij zelf ook omar­men. Van jongs af aan werd hij geplaagd door een ingrij­pen­de auto-immuun­ziek­te. Het maak­te hem kwets­baar en con­fron­teer­de hem met ver­gan­ke­lijk­heid, maar voed­de ook zijn wil om te leven. Die erva­ring raakt aan de kern van zijn Wil­ting Flo­wers, ster­ven­de bloe­men die toch schit­te­ren en stra­len. Een kort leven, afge­beeld op het moment dat het bij­na voor­bij is. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 7

    De eerste stap ‣ André Taeckens

    2024 De Eerste Stap Moeder en Kind Andre Taeckens c Dieter Van Caneghem

    Over het kunstwerk

    De eer­ste stap
    Dit beeld, in de volks­mond ook wel Moe­der en Kind” genoemd, is een wit­ste­nen sculp­tuur waar­in een moe­der haar klei­ne kind onder­steunt bij de eer­ste, wan­ke­le pas­jes. Het the­ma komt uit het alle­daag­se leven en her­ken­nen we als moe­der­lief­de. Meer dan een intiem moment, is dit kunst­werk ook een hom­ma­ge aan de jon­ge vaders en moe­ders van vlak na de Twee­de Wereld­oor­log. Gezin­nen kre­gen weer hoop en de geboor­te­cij­fers ste­gen. Bij de ope­ning van het park in 1955 stond dit beeld sym­bool voor de baby­boom­ge­ne­ra­tie die met hun peu­ters het park opzocht, vol ver­wach­ting over de toekomst. 

    André Taec­kens
    André Taec­kens (1909, Tor­hout – 1965, Brug­ge) ont­dek­te al op jon­ge leef­tijd zijn lief­de voor steen. Op zijn 13de ging hij in de leer bij steen­hou­wer Aleyn in zijn geboor­te­stad. Later volg­de hij een oplei­ding aan de Aca­de­mie Gent waar hij tus­sen 1932 tot 1938 zijn vak­man­schap ver­fijn­de. In zijn laat­ste stu­die­jaar werd hij bekroond met de Prijs van de Stad Gent. Taec­kens groei­de uit tot een gere­nom­meerd beeld­hou­wer. In 1955, het jaar waar­in de stad Kort­rijk De Eer­ste Stap’ aan­kocht, viel hij ook inter­na­ti­o­naal in de prij­zen: hij ont­ving de Thor­let-prijs in Parijs en kreeg erken­ning in Madrid. In 1958 kreeg hij de Pro­vin­ci­a­le Prijs voor Beeld­houw­kunst van West-Vlaan­de­ren. Hij werk­te voor­al met brons, mar­mer en steen. Zijn voor­keur ging naar figu­ren, tor­so’s, borst­beel­den en por­tret­ten. Eén van zijn laat­ste gro­te wer­ken was een kopie van de Madon­na van Miche­lan­ge­lo, die in 1962 als konink­lijk geschenk werd aan­ge­bo­den aan koning Bou­de­wijn en konin­gin Fabi­o­la bij hun Blij­de Intre­de in Brug­ge in 1962. Het beeld wordt bewaard in het konink­lijk paleis in Brugge. 

    Het Mag­da­len­a­park
    Het werk van Taec­kens staat op een bij­zon­de­re plek in Kort­rijk. Uit bron­nen blijkt dat er in 1233 een lepro­ze­rie of melaat­sen­huis bestond op die plek. In de mid­del­eeu­wen was dit een instel­ling waar men­sen met lepra of ande­re huid­ziek­ten die als besmet­te­lijk wer­den gezien, geï­so­leerd wer­den van de rest van de samen­le­ving. Later werd daar een Kapel aan toe­ge­voegd, gewijd aan de Hei­li­ge Mag­da­le­na, patro­nes van de boe­te­doe­ning. Die kapel werd ver­woest na een brand, opnieuw gebouwd en uit­ein­de­lijk vol­le­dig ver­woest tij­dens WOII. Het ter­rein werd onder­tus­sen gebruikt als ste­de­lij­ke begraaf­plaats. Pas in 1955 werd dit een stads­park de Groote Made­leene’ met ruï­nes van de vroe­ge­re kapel. Het werk van Taec­kens, geplaatst bij de ope­ning van het park in 1955, pas­te bij de tijdsgeest. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 8

    Een hart voor Overleie ‣ Luche

    2024 Een Hart Voor Overleie Luche c Dieter Van Caneghem

    Over het kunstwerk

    Een hart voor Over­leie
    Op het Sint-Amands­plein ligt een rood­mar­me­ren hart op een ruwe, blauw­ste­nen vlak. Het hart oogt warm en tast­baar, maar rust op een onre­gel­ma­ti­ge onder­grond – een bewus­te keu­ze die de kwets­baar­heid én kracht van gemeen­schaps­zin weer­spie­gelt. Het kunst­werk draagt een inscrip­tie van de loka­le dich­ter Achil­les Surinx: “ t Klop­pend hart van Over­leie draagt men­sen door t leven.” Deze poë­ti­sche zin ver­woordt tref­fend de warm­te en soli­da­ri­teit van de wijk. Het beeld – in de volks­mond kort­weg Het Hart” genoemd – werd gere­a­li­seerd in 2006 naar aan­lei­ding van het 75-jarig bestaan van de plaat­se­lij­ke toneel­ver­e­ni­ging De Spatjes. Hun jaar­lijk­se revues bren­gen niet alleen ple­zier, maar ook con­cre­te steun: de opbreng­sten wor­den inte­graal geschon­ken aan zie­ken­zorg en hulp­be­hoe­ven­den in Over­leie. Het monu­ment is tege­lijk een eer­be­toon aan deze inzet en een sym­bool van ver­bon­den­heid in de buurt. 

    Het kunst­werk bevindt zich op het Sint-Amands­plein, let­ter­lijk en figuur­lijk het hart van de wijk Over­leie. De keu­ze voor deze loca­tie is geen toe­val: hier komen men­sen samen, hier bloeit het buurt­le­ven. Dank­zij de ster­ke betrok­ken­heid van De Spatjes en Buurt­werk Over­leie werd het beeld wer­ke­lijk­heid, met steun van de Stad Kort­rijk. Het plein kreeg zo niet enkel een visu­e­le ver­rij­king, maar ook een tast­baar sym­bool van loka­le trots. Het Hart” nodigt uit tot ont­moe­ting, her­in­ne­ring en herkenning. 

    Luche
    Het kunst­werk werd gere­a­li­seerd door Luche, pseu­do­niem van Lut Van Cal­bergh (Ware­gem, 1949). Ze stu­deer­de aan de Konink­lij­ke Aca­de­mie voor Scho­ne Kun­sten in Kort­rijk en laat zich inspi­re­ren door natuur, samen­le­ving en men­se­lij­ke inter­ac­tie. In haar werk speelt ze met con­tras­ten zoals licht en scha­duw, leeg­te en volume. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 9

    Zonder Titel ‣ Jean-Luc Verpoucke

    2024 Zonder titel Jean Luc Verpoucke c Dieter Van Caneghem 2

    Over het kunstwerk

    Dit abstrac­te beeld­houw­werk van Jean-Luc Ver­pou­c­ke uit 1989 bestaat uit twee volu­mes in ruw bewerk­te blau­we hard­steen, die ogen­schijn­lijk broos op elkaar balan­ce­ren. De com­po­si­tie straalt een fra­giel even­wicht uit, een ken­merk dat type­rend is voor het oeu­vre van de kun­ste­naar. Ver­pou­c­ke speelt bewust met tegen­stel­lin­gen: het ruwe, onbe­werk­te karak­ter van de natuur­steen botst met de strak­ke, vloei­en­de en haast geo­me­tri­sche vor­men die hij eraan ont­leent. Gepo­lijs­te delen bren­gen een sub­tiel spel van licht en reflec­tie in de robuus­te mas­sa van het mate­ri­aal. Het resul­taat is een sculp­tuur die tege­lijk krach­tig en kwets­baar oogt – een even­wichts­oe­fe­ning in steen. In zijn werk onder­zoekt hij veel­al de span­ning tus­sen mate­rie en vorm, tus­sen cha­os en orde­ning, tus­sen de toe­val­lig­heid van de natuur en de ingreep van de maker. 

    Het werk stond oor­spron­ke­lijk opge­steld in de tuin van het Broel­mu­se­um in Kort­rijk. Sinds april 2022 kreeg het een nieu­we, publie­ke plek in de voor­tuin van de voor­ma­li­ge spin­ne­rij De Stoop aan de Spin­ne­rijkaai, als onder­deel van het stads­pro­ject Beeld in je Buurt. Met dit ini­ti­a­tief wor­den kunst­wer­ken uit het erf­goed­de­pot gehaald en opnieuw zicht­baar gemaakt in het straat­beeld. Zon­der titel’ is nu vrij toe­gan­ke­lijk voor het publiek en zicht­baar op een voor­ma­li­ge indu­stri­ë­le site in Kortrijk. 

    Jean-Luc Ver­pou­c­ke
    Jean-Luc Ver­pou­c­ke werd gebo­ren in Ieper in 1957. Hij volg­de een oplei­ding beeld­houw­kunst aan het Sint-Lucas­in­sti­tuut in Gent en woont en werkt van­daag in Hul­s­te (Harel­be­ke). Sinds 1982 is hij ver­bon­den aan de Konink­lij­ke Aca­de­mie voor Scho­ne Kun­sten in Kort­rijk en Brug­ge als docent. 

    Ook elders in de streek zijn sculp­tu­ren van Ver­pou­c­ke terug te vin­den, zoals Com­po­siet in Hul­s­te en een lichts­culp­tuur in het Begijn­hof­park in Kort­rijk. Dat laat­ste werk, gere­a­li­seerd in 2010 ter gele­gen­heid van het 250-jarig bestaan van de aca­de­mie, stelt een licht­te­ke­ning voor van twee her­sen­helf­ten die sym­bool staan voor de cre­a­tie­ve en rati­o­ne­le dimen­sies van de mens. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 10

    Cirkel en Vierkant ‣ Tine Vindevogel

    202404 Cirkel en Vierkant Tine Vindevogel c Dieter Van Caneghem 1

    Over het kunstwerk

    Deze impo­san­te geo­me­tri­sche sculp­tuur speelt op een bij­zon­de­re manier met haar omge­ving. Aan de ene kant neemt ze dui­de­lijk haar plek in, aan de ande­re kant lijkt ze de omge­ving juist te omlijs­ten en te kade­ren. Cir­kel en Vier­kant bestaat uit twee basis­vor­men: een vier­kant waar­bin­nen een cir­kel met een scha­kel (een ring) beves­tigd is. De cir­kel en het vier­kant zijn elkaars tegen­po­len, maar hou­den elkaar toch in even­wicht. De ver­bin­den­de scha­kel bena­drukt hun rela­tie en samen vor­men ze een abstract kader voor het groen erach­ter. Zo wordt de omge­ving zelf een inte­graal onder­deel van het kunst­werk, dat als een soort abstrac­te code op de natuur lijkt te rea­ge­ren. Cir­kel en Vier­kant werd spe­ci­fiek gemaakt het Ont­moe­tings­cen­trum in Mar­ke. Begin 2000 nam de Stad het ini­ti­a­tief om meer kunst in de deel­ge­meen­ten te rea­li­se­ren. In dit kader werd in 2002 Cir­kel en Vier­kant geplaatst in de groe­ne omge­ving van het OC

    Tine Vin­de­vo­gel
    De sculp­tuur kan ook gele­zen wor­den als een monu­men­taal juweel. Een ver­wij­zing naar het oor­spron­ke­lij­ke beroep van de kun­ste­na­res. Tine Vin­de­vo­gel (Gent, 1971) stu­deer­de Juwee­l­ont­werp aan het Sint-Lucas­in­sti­tuut en het Nati­o­naal Hoger Insti­tuut voor Scho­ne Kun­sten in Ant­wer­pen, en volg­de ook Glas­kunst in Meche­len. In 1997 werd ze gese­lec­teerd voor de Biën­na­le Sti­mu­lans in Kort­rijk en in 1999 won ze de pres­ti­gi­eu­ze Hen­ry Van de Vel­de Award voor jong talent. In 2010 kreeg ze de Eer­ste Prijs in de vier­jaar­lijk­se Prijs voor Kunst­am­bach­ten van de Pro­vin­cie West-Vlaan­de­ren. Hoe­wel Vin­de­vo­gel bekend is als juwee­l­ont­wer­per, werkt ze ook monu­men­taal, voor­al met ijzer en staal. In haar gro­te­re wer­ken zoekt ze een fysie­ke vol­doe­ning, een gevoel van tast­ba­re aanwezigheid. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 11

    Geknielde jongeling ‣ George Minne

    2025 Geknielde jongeling George Minne c Dieter Van Caneghem 1

    Over het kunstwerk

    Van­af 1889 werk­te Geor­ge Min­ne (18661941) in teke­nin­gen en sculp­tu­ren her­haal­de­lijk het the­ma uit van de gekniel­de jon­ge­ling. Dit sobe­re, expres­sie­ve bron­zen beeld is één van de vele vari­an­ten van deze figuur, die voor­al bekend is van de beel­den­groep Fon­tein der gekniel­den’ in Gent.

    Het werk kan op ver­schil­len­de manie­ren gele­zen wor­den. De jon­ge­ling bij het water her­in­nert aan de mythe van de half­god Nar­cis­sus, die ver­liefd wordt op zijn spie­gel­beeld en te gron­de gaat aan het ver­lan­gen naar het onbe­reik­ba­re object van zijn lief­de. Als enke­ling roept de zich­zelf omar­men­de jon­ge­ling met het gebo­gen hoofd ver­in­ner­lij­king en dee­moed op en krijgt het beeld een mys­tiek, bij­na reli­gi­eus karak­ter.

    Min­ne’s jon­ge­lin­gen dagen daar­naast met hun naak­te, ten­ge­re kwets­baar­heid de tra­di­ti­o­ne­le gen­der­rol­len uit. De deli­ca­te weer­ga­ve van deze jon­ge man­nen, in al hun fra­gi­li­teit en teder­heid, wijkt af van con­ven­ti­o­ne­le man­ne­lij­ke beel­den en biedt een alter­na­tie­ve visie op – en een bre­der begrip van – mannelijkheid. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem

  • 12

    Gepantserd Wezen ‣ Gerard Holmens

    202404 Gepantserd wezen Holmens Gerard c Dieter Van Caneghem 1

    Over het kunstwerk

    In deze sculp­tuur in onge­po­lijs­te hard­steen zijn figu­ra­tie­ve ele­men­ten her­leid tot haast abstrac­te vor­men. De vorm roept beel­den op van iets levends, iets orga­nisch; een bio­lo­gisch orga­nis­me dat zijn eigen wezen mani­fes­teert. Het werk nodigt uit tot inter­pre­ta­tie: wat bete­kent bescher­ming, wat bete­kent kwets­baar­heid? De gebruik­te tech­niek is tail­le direc­te: de beeld­hou­wer hakt direct in de steen, zon­der tus­sen­stap­pen. Zo ont­staat een ruwe, krach­ti­ge materie­behandeling waar­in de steen zélf spreekt. 

    Gepant­serd Wezen dateert van 1977. Het is geplaatst in de voor­tuin van De Bran­ding, aan de Leeuw van Vlaan­de­ren­laan 23, Kort­rijk. De Bran­ding biedt woon‑, dag‑ en indi­vi­du­e­le onder­steu­ning aan zo’n 45 per­so­nen met een beper­king. In die con­text krijgt het beeld een zach­te the­ma­tiek: het staat sym­bool voor een per­soon die beschermd en onder­steund woont, die zich­zelf mag zijn – zon­der pantser”. 

    Gerard Hol­mens
    Gerard Hol­mens werd gebo­ren in Oos­ten­de op 29 sep­tem­ber 1934 en over­leed in 1995 in Moulins in Frank­rijk. Hij stu­deer­de in Oos­ten­de, Gent en Ant­wer­pen, en volg­de ook les­sen aan La Gran­de Chau­mi­è­re in Parijs, onder meer bij Zadkine. 

    Beeld in je Buurt - De Bran­ding
    In 2020 lan­ceer­de Stad Kort­rijk de oproep Beeld in je Buurt: voor een aan­tal sculp­tu­ren die bewaard wer­den in het Regi­o­naal Erf­goed­de­pot Tre­zoor werd een pas­sen­de plek gezocht in de stad. Inwo­ners kon­den idee­ën inzen­den over plek­ken die geschikt leken. De Bran­ding in de Leeuw van Vlaan­de­ren­laan dien­de ook een aan­vraag in. Het voor­tuin­tje van hun gebouw leen­de zich ertoe een sculp­tuur te plaat­sen. Met het werk Gepant­serd Wezen werd een ide­a­le match gevon­den, zowel in de the­ma­tiek van het beeld en de wer­king van De Bran­ding, als een mooie archi­tec­tu­ra­le link met het gebouw en de voor­tuin. De Bran­ding is een deel van groep WAAK en biedt in de regio Zuid-West-Vlaan­de­ren woon‑, dag- en indi­vi­du­e­le onder­steu­ning aan meer dan 450 vol­was­se­nen met een beper­king. Met hun dag­be­ste­ding wil­len zij voor­al de talen­ten van men­sen met een beper­king onder­stre­pen, en aan­to­nen dat dag­be­ste­ding méér is dan enkel bezigheidstherapie. 

    Foto: Die­ter Van Caneghem