Kortrijk Art

Kunst in de publieke ruimte

Over (NL)

Kunst in de publie­ke ruim­te is een essen­ti­eel onder­deel van het his­to­ri­sche en heden­daag­se cul­tu­reel erf­goed en geheu­gen van de stad. Ze is niet alleen van­uit his­to­risch stand­punt van belang, maar biedt ook kan­sen om actu­e­le en heden­daag­se spo­ren na te laten. Ze maakt van Kort­rijk één gro­te cul­tu­re­le site, zowel laag­drem­pe­lig als kwa­li­ta­tief. Een meer­waar­de voor inwo­ners en bezoe­kers. Via kwa­li­ta­tie­ve kuns­tin­te­gra­ties in de publie­ke ruim­te in Groot Kort­rijk, op een laag­drem­pe­li­ge, actu­e­le en dyna­mi­sche manier met loka­le en inter­na­ti­o­na­le kun­ste­naars, kunst toe­gan­ke­lijk maken voor een groot publiek en mee­bou­wen aan de iden­ti­teit, leef­baar­heid en de uit­stra­ling van de stad.

De col­lec­tie in de publie­ke ruim­te bestaat uit een 130-tal kunst­wer­ken waar­on­der sculp­tu­ren, beel­den, gedenk­pla­ten, monu­men­ten en oor­logs­mo­nu­men­ten, borst­beel­den en hei­li­gen­beel­den, reli­ëfs en moza­ïe­ken, muur­schil­de­rij­en en geïn­te­greer­de kunst­wer­ken. Ze staan ver­spreid over Kort­rijk en deel­ge­meen­ten Heu­le, Mar­ke, Aal­be­ke, Bel­le­gem, Rol­le­gem, Kooi­gem en Bis­se­gem. De kunst­wer­ken zijn zeer divers van samen­stel­ling en mate­ri­aal­soort nl. brons, koper of metaal, hout, steen of mar­mer, kunst­stof, glas, …

About (EN)

Art in public spa­ce is an essen­ti­al part of the city­’s his­to­ri­cal and con­tem­po­ra­ry cul­tu­ral heri­ta­ge and memo­ry. It is not only impor­tant from a his­to­ri­cal point of view, but also offers oppor­tu­ni­ties to lea­ve cur­rent and con­tem­po­ra­ry tra­ces. She turns Kort­rijk into one lar­ge cul­tu­ral site, both acces­si­ble and of high qua­li­ty. An added value for resi­dents and visi­tors. Through qua­li­ta­ti­ve art inte­gra­ti­ons in the public spa­ce in Gre­a­ter Kort­rijk, in an acces­si­ble, cur­rent and dyna­mic way with local and inter­na­ti­o­nal artists, we make art acces­si­ble to a lar­ge audien­ce and help build the iden­ti­ty, qua­li­ty of life and the appe­a­ran­ce of the city.

The col­lec­ti­on in public spa­ce con­sists of approxi­ma­te­ly 130 works of art, inclu­ding sculp­tu­res, sta­tu­es, memo­ri­al pla­ques, monu­ments and war memo­ri­als, busts and sta­tu­es of saints, reliefs and mosaics, wall pain­tings and inte­gra­ted works of art. They are spread across Kort­rijk and the sub-muni­ci­pa­li­ties of Heu­le, Mar­ke, Aal­be­ke, Bel­le­gem, Rol­le­gem, Kooi­gem and Bis­se­gem. The works of art are very diver­se in com­po­si­ti­on and mate­ri­al type, name­ly bron­ze, cop­per or metal, wood, sto­ne or mar­ble, plas­tic, glass, etc.

  • 1

    Bazuin

    20230604 inhuldiging bazuin 4 1 1

    Over het kunstwerk (NL)

    Bazuin van kun­ste­naar Johan Tahon (°1965, Menen) schalt over de val­lei op Hoog Kort­rijk. Het werk ont­stond naar aan­lei­ding van kunst­ex­pe­di­tie De Wind­stoot” geor­ga­ni­seerd door vzw Wit.h, een ver­e­ni­ging die ruim­te geeft in de heden­daag­se kunst voor wie anders is. De Art Expe­di­tie gaat over de macht van de beper­king en werd geor­ga­ni­seerd naar aan­lei­ding van het 20-jarig bestaan van vzw Wit.h. De Wind­stoot — geba­seerd op een werk van Léon Spil­liaert — gaat over gelijk­waar­dig­heid, over een stem geven aan zij die niet gehoord wor­den. Met een groot aan­tal kun­ste­naars, waar­on­der Johan Tahon, werd nieuw werk gecre­ëerd samen met een groep out­si­der kunstenaars. 

    Johan Tahon maak­te een monu­men­ta­le bron­zen sculp­tuur in de vorm van een bazuin, die sinds juni 2023 per­ma­nent in Kort­rijk getoond wordt. Wereld­wijd en door­heen de tijd, is de bazuin sym­bo­lisch voor het uit­schal­len van het nieuws: goed of slecht. De bazuin kon­digt de komst aan van een groot onheil of omge­keerd, bazuint een gro­te ver­wel­ko­ming uit. Wie kent niet het beeld van de bazuin bla­zen­de enge­len bij het laat­ste oor­deel? Wie kent niet het geluid van de sjo­far? Je hoort oli­fan­ten in de woes­tijn of mist­hoorns in de verte.

    Kun­ste­naar Johan Tahon is afkom­stig uit Menen en volg­de beeld­hou­wen aan de aca­de­mie van Kort­rijk en later in Gent. Hij maakt veel monu­men­taal werk in brons en gips en recent ook in kera­miek en rea­li­seer­de tal­rij­ke wer­ken voor de publie­ke ruim­te. De Bazuin is één van zijn zeld­za­me kunst­wer­ken waar geen mens­fi­guur in ver­vat zit.

    About the artwork (EN)

    Trum­pet by artist Johan Tahon (°1965, Menen) sounds over the val­ley at Hoog Kort­rijk. The work was cre­a­ted as a result of the art expe­di­ti­on De Wind­stoot” orga­ni­zed by non-pro­fit orga­ni­za­ti­on Wit.h, an asso­ci­a­ti­on that pro­vi­des spa­ce in con­tem­po­ra­ry art for tho­se who are dif­fe­rent. The Art Expe­di­ti­on is about the power of limita­ti­on and was orga­ni­zed on the occa­si­on of the 20th anni­vers­a­ry of the non-pro­fit orga­ni­za­ti­on Wit.h. De Wind­stoot — based on a work by Léon Spil­liaert — is about equa­li­ty, about giving a voi­ce to tho­se who are not heard. New work was cre­a­ted with a lar­ge num­ber of artists, inclu­ding Johan Tahon, together with a group of out­si­der artists.

    Johan Tahon made a monu­men­tal bron­ze sculp­tu­re in the sha­pe of a trum­pet, which has been on per­ma­nent dis­play in Kort­rijk sin­ce June 2023. World­wi­de and throug­hout time, the trum­pet is sym­bo­lic of bla­ring the news: good or bad. The trum­pet announ­ces the coming of a gre­at disas­ter or, con­ver­se­ly, trum­pets a gre­at wel­co­me. Who does not know the ima­ge of the angels blo­wing a trum­pet at the last judg­ment? Who doe­sn’t know the sound of the shofar? You hear elep­hants in the desert or fog horns in the distance.

    Artist Johan Tahon comes from Menen and stu­died sculp­tu­re at the aca­de­my of Kort­rijk and later in Ghent. He makes a lot of monu­men­tal work in bron­ze and plas­ter and recent­ly also in cera­mics and has rea­li­zed numerous works for public spa­ces. The Trum­pet is one of his rare works of art that does not con­tain a human figure.

  • 2

    De Golf

    2011 de golf foto danny veys msk 1276 1

    Over het kunstwerk (NL)

    Het kunst­werk De Golf’ was het win­nend ont­werp uit de wed­strijd Kunst­werk op het Schouw­burg­plein’ die in 1996 gelan­ceerd werd door Stad Kort­rijk. De fon­tein van Oli­vier Stre­bel­le werd geko­zen — en in 2003 geïn­te­greerd op het plein — omwil­le van het con­trast tus­sen de ron­de vor­men van het werk en de strak­ke vorm­ge­ving van het plein. De kun­ste­naar maak­te nooit eer­der een fon­tein en het werk is een pri­meur in zijn oeu­vre. Het werk bestaat uit meta­len bui­zen en spuit­mon­den op een hel­lend vlak die een golf ver­beel­den. Het monu­men­ta­le werk (gewicht 5 ton) heeft slechts één raak­punt met het hel­lend vlak en de kracht­straal kan per buis gere­geld wor­den. De com­plexi­teit van de bewe­ging is een tech­ni­sche kracht­toer. Ondanks het monu­men­ta­le karak­ter van het werk is de fon­tein zeer bewe­ge­lijk en trans­pa­rant door de vorm­ge­ving en de gebruik­te materialen.

    Oli­vier Stre­bel­le (Brus­sel, 1927 — 2017) komt uit een artis­tiek gezin. Zijn bei­de ouders waren schil­ders. Op vijf­tien­ja­ri­ge leef­tijd start hij aan het Nati­o­naal Hoger Insti­tuut Ter Kameren Brus­sel, waar hij kera­miek en beeld­houw­kunst volgt. In 1949 richt hij, samen met Ale­ch­ins­ky, Rein­houd, Dotre­mont en Olyff, de Ate­liers du Marais’ op in Brus­sel (het cen­trum van de Cobra-bewe­ging). Op zijn twin­tig­ste is hij al beroemd en oogst ruim erken­ning. Al snel wendt Oli­vier Stre­bel­le zijn artis­tie­ke gaven aan om te doce­ren in scho­len over de hele wereld. Heel wat van zijn wer­ken wor­den per­ma­nent ten­toon­ge­steld in gro­te ste­den in Euro­pa, de Ver­e­nig­de Sta­ten en Azië.

    About the artwork (EN)

    The art­work The Golf’ was the win­ning design from the com­pe­ti­ti­on Art­work on the Schouw­burg­plein’ that was laun­ched in 1996 by the City of Kort­rijk. Oli­vier Stre­bel­le’s foun­tain was cho­sen — and inte­gra­ted into the squa­re in 2003 — becau­se of the con­trast bet­ween the round sha­pes of the work and the sleek design of the squa­re. The artist has never made a foun­tain befo­re and the work is a first in his oeu­vre. The work con­sists of metal tubes and nozz­les on an incli­ned pla­ne that depict a wave. The monu­men­tal work (weight 5 tons) has only one point of con­tact with the incli­ned pla­ne and the for­ce beam can be con­trol­led per tube. The com­plexi­ty of the move­ment is a tech­ni­cal tour de for­ce. Des­pi­te the monu­men­tal charac­ter of the work, the foun­tain is very mobi­le and transpa­rent due to the design and the mate­ri­als used.

    Oli­vier Stre­bel­le (Brus­sels, 1927 — 2017) comes from an artis­tic fami­ly. Both his parents were pain­ters. At the age of fifteen he star­ted at the Nati­o­nal Hig­her Insti­tu­te Ter Kameren Brus­sels, whe­re he stu­died cera­mics and sculp­tu­re. In 1949, together with Ale­ch­ins­ky, Recon­tent, Dotre­mont and Olyff, he foun­ded the Ate­liers du Marais’ in Brus­sels (the cen­ter of the Cobra move­ment). At the age of twen­ty he is alrea­dy famous and has recei­ved wide recog­ni­ti­on. Oli­vier Stre­bel­le soon used his artis­tic gifts to teach in schools around the world. Many of his works are per­ma­nent­ly exhi­bi­ted in major cities in Euro­pe, the Uni­ted Sta­tes and Asia.

  • 3

    Floating Gardens

    Floating gardens2 foto stad kortrijk

    Over het kunstwerk (NL)

    De drij­ven­de tui­nen van Michel Des­vig­ne vor­men zich op de Oude Leie-arm aan de Broel­to­rens in Kort­rijk. Ze accen­tu­e­ren de ver­laag­de lei­e­boor­den langs bei­de zij­den die de indruk geven van een plein, half ver­hard, half aqua­tisch. De rivier en kaai­en zijn een ide­a­le plek voor water­re­cre­a­tie en wor­den af en toe ook een amfi­the­a­ter voor aller­han­de spek­ta­kels. Zowel de her­in­rich­ting van de kaai­en als de eiland­jes van Des­vig­ne her-acti­ve­ren de publie­ke ruim­te van en rond de Leie in het cen­trum van Kort­rijk. De tuin­tjes zijn klei­ne, een­vou­di­ge en repe­ti­tie­ve struc­tu­ren die de natuur­lij­ke beplan­ting van de Lei­e­oe­vers ver­van­gen en diver­se migra­ties van vogels en water­or­ga­nis­men onder­steu­nen. In dit mini­a­tuur natu­ra­lis­ti­sche water­land­schap lezen we de ver­gan­ke­lijk­heid en vol­gen we de over­gang van de sei­zoe­nen. Flo­a­ting Gar­dens’ roept een drij­vend droom­land­schap op om te reflec­te­ren op en over het water.

    Michel Des­vig­ne is een Fran­se land­schaps­ar­chi­tect, inter­na­ti­o­naal gere­nom­meerd voor zijn rigou­reu­ze en eigen­tijd­se werk en onder­zoek. Hij ont­wik­kelt pro­jec­ten in meer dan 25 lan­den. Hij her­be­kijkt het land­schap en pro­beert de mecha­nis­men te begrij­pen die het land­schap maken, om het met die­zelf­de mecha­nis­men dan weer om te vor­men en zin te geven. In 2000 kreeg Des­vig­ne de Médail­le de l’Académie d’Architecture en in 2011 de Grand Prix de l’Urbanisme. Hij is sinds 2003 rid­der in de Fran­se Orde van Kunst en Let­te­ren en gaf les aan meer­de­re archi­tec­tuur­scho­len ter wereld. Als geo­graaf en bota­ni­cus die op gro­te schaal werkt, houdt hij van de stad omdat ze veel publie­ke ruim­te biedt, en omdat een goed ont­wor­pen stad met al haar stra­ten, plei­nen en par­ken een maat­schap­pij ook vormgeeft.

    About the artwork (EN)

    Michel Des­vig­ne’s flo­a­ting gar­dens are for­med on the Oude Leie arm at the Broel­to­rens in Kort­rijk. They accen­tu­a­te the lowe­red sla­te bor­ders on both sides, which give the impres­si­on of a squa­re, half paved, half aqua­tic. The river and quays are an ide­al pla­ce for water recre­a­ti­on and occa­si­o­nal­ly beco­me an amp­hi­the­a­ter for all kinds of spec­ta­cles. Both the rede­s­ign of the quays and the islets of Des­vig­ne reac­ti­va­te the public spa­ce of and around the Leie in the cen­ter of Kort­rijk. The gar­dens are small, sim­ple and repe­ti­ti­ve struc­tu­res that repla­ce the natu­ral vege­ta­ti­on of the Leie banks and sup­port various migra­ti­ons of bir­ds and aqua­tic orga­nis­ms. In this mini­a­tu­re natu­ra­lis­tic water lands­ca­pe we read tran­sien­ce and fol­low the tran­si­ti­on of the sea­sons. Flo­a­ting Gar­dens’ evo­kes a flo­a­ting dreamsca­pe to reflect on and over the water.

    Michel Des­vig­ne is a French lands­ca­pe archi­tect, inter­na­ti­o­nal­ly renow­ned for his rigorous and con­tem­po­ra­ry work and research. He devel­ops pro­jects in more than 25 coun­tries. He reexa­mi­nes the lands­ca­pe and tries to under­stand the mecha­nis­ms that cre­a­te the lands­ca­pe, in order to use tho­se same mecha­nis­ms to trans­form it and give it mea­ning. In 2000, Des­vig­ne recei­ved the Médail­le de l’A­cadé­mie d’Ar­chi­tec­tu­re and in 2011 the Grand Prix de l’Ur­ba­nis­me. He has been a knight of the French Order of Arts and Let­ters sin­ce 2003 and has taught at seve­r­al archi­tec­tu­re schools around the world. As a geo­grap­her and bota­nist who works on a lar­ge sca­le, he loves the city becau­se it offers a lot of public spa­ce, and becau­se a well-desig­ned city with all its streets, squa­res and parks also sha­pes a society.

  • 4

    Moeder Aarde II

    12225f28 7674 11e9 b6c3 efa097a82498

    Over het kunstwerk (NL)

    Ver­bon­den door de Leie tus­sen Sint-Mar­tens Latem en Kort­rijk lig­gen de beeld­houw­wer­ken Moe­der Aar­de I en II van de Meen­en­se kun­ste­na­res Ann Deman. Moe­der Aar­de II staat voor de oer­moe­der die ons in con­tact brengt met onze bestaans­grond, met de aar­de die alle leven geeft en neemt. Het half ver­zon­ken monu­men­ta­le bron­zen beeld van de vrouw lijkt zich met krach­ti­ge en leven­di­ge bewe­gin­gen los te wrik­ken uit de aar­de. Deze bewe­ging is een wor­ste­len tus­sen ver­lan­gen naar vrij­heid en het koes­te­ren van de warm­te van de aarde.

    Het werk van Ann Deman (Menen, 1969) balan­ceert tus­sen het cre­a­tief bezig zijn en medi­ta­tie. Het intu­ï­tief schep­pen van­uit ver­bon­den­heid geeft haar beel­den harts­tocht. Haar meest geken­de wer­ken Moe­der Aar­de I en II zijn een typi­sche uit­druk­king van deze ener­gie en gedre­ven­heid, ver­bon­den­heid met de aar­de. Haar pad als kun­ste­naar is aty­pisch en ze koos niet voor meest evi­den­te weg. De mees­te kun­ste­naars evo­lu­e­ren van klei­ne naar gro­te wer­ken. Niet zo bij Ann. Als star­tend kun­ste­naar rea­li­seer­de ze in 2004 haar eer­ste impo­sant beeld Moe­der Aar­de dat nu de oevers van de Leie te Sint-Mar­tens-Latem opfleurt. Onder­tus­sen ligt haar werk let­ter­lijk tot aan de ande­re kant van de wereld in Tasmanië.

    About the artwork (EN)

    Con­nec­ted by the Leie bet­ween Sint-Mar­tens Latem and Kort­rijk are the sculp­tu­res Mother Earth I and II by the Mee­nen artist Ann Deman. Mother Earth II repre­sents the pri­mor­di­al mother who brings us into con­tact with our rea­son for exis­ten­ce, with the earth that gives and takes all life. The half-sun­ken monu­men­tal bron­ze sta­tue of the woman see­ms to pry herself out of the earth with powerful and live­ly move­ments. This move­ment is a strug­gle bet­ween desi­re for free­dom and che­ris­hing the warmth of the earth.

    The work of Ann Deman (Menen, 1969) balan­ces bet­ween being cre­a­ti­ve and medita­ti­on. Int­ui­ti­ve cre­a­ti­on from con­nec­ti­on gives her ima­ges pas­si­on. Her best-known works Mother Earth I and II are a typi­cal expres­si­on of this ener­gy and dri­ve, con­nec­ti­on with the earth. Her path as an artist is aty­pi­cal and she did not choo­se the most obvious path. Most artists evol­ve from small to lar­ge works. Not so with Ann. As a star­ting artist, she rea­li­zed her first impres­si­ve sta­tue of Mother Earth in 2004, which now brigh­tens up the banks of the Leie in Sint-Mar­tens-Latem. Mean­w­hi­le, her work is liter­al­ly on the other side of the world in Tasmania.

  • 5

    Sing Sing

    Singsing web

    Over het kunstwerk (NL)

    Sing Sing is een sculp­tuur in de vorm van een meta­len hek, dat ner­gens naar­toe lijkt te lei­den of niets begrenst. Het hek werd zo ver­vaar­digd dat, wan­neer je met een stok of staaf tegen de ver­schil­len­de spij­len van het hek tikt, de melo­die van Altijd is Kort­jak­je ziek te horen is. De leng­te van de ver­schil­len­de spij­len zor­gen voor een vari­a­tie in toon­hoog­te. De afstand tus­sen de ver­schil­len­de spij­len zorgt voor het ritme.

    Het werk is van kun­ste­naar Fre­de­rik Van Simaey en werd in 2018 aan­ge­kocht door Stad Kort­rijk na de Tri­ën­na­le Play. Het beken­de lied ver­wijst naar de zor­ge­lo­ze kin­der­tijd van Van Simaey. Altijd is Kort­jak­je ziek is een kin­der­lied dat terug­gaat op een bekend volks­lied uit de acht­tien­de eeuw. Het werk is een uit­no­di­ging aan de bezoe­kers om zich te laten onder­dom­pe­len in deze nos­tal­gie naar hun kin­der­ja­ren. Fre­de­rik Van Simaey (°1979, Kort­rijk) duwt ons met de neus op din­gen waar­aan we voor­bij drei­gen gaan. Hij gebruikt schijn­baar waar­de­lo­ze voor­wer­pen en trans­for­meert deze aan de hand van mini­ma­le ingre­pen tot een soort poë­ti­sche en artis­tie­ke raad­sels. Zo cre­ëert hij een span­ning tus­sen con­cept, wer­ke­lijk­heid en ver­wach­ting. Hij stelt zich hier­bij vra­gen over de nood­zaak van het creëren.

    About the artwork (EN)

    Sing Sing is a sculp­tu­re in the sha­pe of a metal fen­ce that see­ms to lead now­he­re or deli­mit nothing. The fen­ce was made in such a way that when you tap the various bars of the fen­ce with a stick or rod, the melo­dy of Always is Kort­jak­je sick can be heard. The length of the dif­fe­rent bars ensu­res a vari­a­ti­on in pitch. The dis­tan­ce bet­ween the dif­fe­rent bars cre­a­tes the rhythm.

    The work is by artist Fre­de­rik Van Simaey and was pur­cha­sed by the City of Kort­rijk in 2018 after the Tri­en­ni­al Play. The well-known song refers to Van Simaey’s care­free child­hood. Always Kort­jak­je is sick is a child­ren’s song that goes back to a well-known folk song from the eigh­teenth cen­tu­ry. The work is an invita­ti­on to visi­tors to immer­se them­sel­ves in this nos­tal­gia for their child­hood. Fre­de­rik Van Simaey (°1979, Kort­rijk) con­fronts us with things we are in danger of igno­ring. He uses see­min­gly worthless objects and trans­forms them with mini­mal inter­ven­ti­ons into a kind of poe­tic and artis­tic rid­dles. In this way he cre­a­tes a ten­si­on bet­ween con­cept, rea­li­ty and expecta­ti­on. He asks himself ques­ti­ons about the neces­si­ty of creating.

  • 6

    Watcher

    Watcher website low quality dieter van caneghem

    Over het kunstwerk (NL)

    Wat­cher’ van kun­ste­na­res Inge Dewil­de is de bewa­ker van de men­se­lij­ke ziel en kijkt toe op de fun­da­men­te­le rech­ten van de mens. De ver­ti­ca­le, frag­men­ta­risch uit­ge­werk­te ano­nie­me figuur, is een ver­wij­zing naar men­sen met beper­kin­gen. De beper­kin­gen in de maat­schap­pij wor­den gesym­bo­li­seerd door de onaf­ge­werk­te armen en de ver­smol­ten benen. Het beeld is ano­niem, zon­der gezicht, met flar­den brons die ver­vaagd zijn en reflec­te­ren naar de droom­we­reld. Het beeld is vol­le­dig her­leid tot zijn eni­ge func­tie: die van toe­zich­ter. Hij is stoer, sterk en straalt rust uit. 

    Het kunst­werk is geplaatst in 2007 naar aan­lei­ding van de 25e ver­jaar­dag van de Kort­rijk­se afde­ling van de ser­vi­ce­club Sorop­ti­mist. Sorop­ti­mist Inter­na­ti­o­nal is de groot­ste inter­na­ti­o­na­le orga­ni­sa­tie voor vrou­wen met een beroep en/​of ver­ant­woor­de­lij­ke func­tie. Deze orga­ni­sa­tie is aan­we­zig in 120 lan­den. De doel­stel­lin­gen van de orga­ni­sa­tie zijn het res­pect voor de rech­ten van de mens en in het bij­zon­der de pro­mo­tie van het sta­tuut van de vrouw en kind. Dit in de geest van vriend­schap, dienst­vaar­dig­heid en maat­schap­pe­lij­ke verantwoordelijkheidszin. 

    Inge Dewil­de (Kort­rijk, 1957) stu­deer­de aan het Sint-Lucas­in­sti­tuut te Gent, en behaal­de meer­de­re onder­schei­din­gen en selec­ties als beel­dend kun­ste­naar In Bel­gië en in het bui­ten­land. Zij rea­li­seert haar beel­den voor­na­me­lijk door ze in brons te gie­ten met de ver­lo­ren was­tech­niek’. Daar­naast is ze ook kera­mis­te. De sym­bo­liek speelt een belang­rij­ke rol in haar oeuvre.

    About the artwork (EN)

    Wat­cher’ by artist Inge Dewil­de is the guar­di­an of the human soul and moni­tors fun­da­men­tal human rights. The ver­ti­cal, frag­men­ta­ri­ly ela­bo­ra­ted ano­ny­mous figu­re is a refe­ren­ce to peo­p­le with disa­bi­li­ties. The limita­ti­ons in soci­e­ty are sym­bo­li­zed by the unfi­nis­hed arms and the fused legs. The sta­tue is ano­ny­mous, wit­hout a face, with frag­ments of bron­ze that have faded and reflect back to the dream world. The ima­ge has been com­ple­te­ly redu­ced to its sole func­ti­on: that of super­vi­sor. He is tough, strong and radi­a­tes peace.

    The art­work was pla­ced in 2007 on the occa­si­on of the 25th anni­vers­a­ry of the Kort­rijk branch of the Sorop­ti­mist ser­vi­ce club. Sorop­ti­mist Inter­na­ti­o­nal is the lar­gest inter­na­ti­o­nal orga­ni­za­ti­on for women with a pro­fes­si­on and/​or res­pon­si­ble posi­ti­on. This orga­ni­za­ti­on is pre­sent in 120 coun­tries. The objec­ti­ves of the orga­ni­za­ti­on are res­pect for human rights and in par­ti­cu­lar the pro­mo­ti­on of the sta­tus of women and child­ren. This in the spi­rit of friends­hip, ser­vi­ce and a sen­se of soci­al responsibility.

    Inge Dewil­de (Kort­rijk, 1957) stu­died at the Sint-Lucas Insti­tu­te in Ghent, and recei­ved seve­r­al awards and selec­ti­ons as a visu­al artist in Bel­gi­um and abroad. She main­ly rea­li­zes her sculp­tu­res by cas­ting them in bron­ze using the lost wax tech­ni­que’. She is also a cera­mist. Sym­bo­lism plays an impor­tant role in her oeuvre.

  • 7

    Modified Social Bench NY #05

    Browse

    Over het kunstwerk (NL)

    De Modi­fied Soci­al Ben­ches NY zijn geba­seerd op de alom­te­gen­woor­di­ge park- en tuin­ban­ken. Hun basis­vorm werd ech­ter in min of meer­de­re mate aan­ge­past waar­door zit­ten’ een bewust fysiek pro­ces wordt. De aldus aan­ge­pas­te ban­ken ver­an­de­ren hun omge­ving in een plaats van soci­a­le acti­vi­teit en sti­mu­le­ren de dia­loog tus­sen gebrui­kers en voor­bij­gan­gers. De ban­ken stel­len ruim­te­lij­ke schei­din­gen in soci­a­le situ­a­ties in vraag, net als de hoe­veel­heid ruim­te die men­sen nodig vin­den om tus­sen zich­zelf en ande­ren te laten. Afstand tus­sen men­sen is een soort non-ver­ba­le com­mu­ni­ca­tie die ten grond­slag ligt aan cul­tu­re­le en soci­a­le spo­ren, en vari­eert naar­ge­lang de con­text. Er is min­der afstand in per­soon­lij­ke situ­a­ties met nabije fami­lie en een gro­te­re afstand in publie­ke ruim­ten waar we omringd wor­den door vreem­den. Het werk Modi­fied Soci­al Ben­ches NY wil die gedrags­pa­tro­nen in een publie­ke ruim­te doorbreken.

    Jep­pe Hein (Kopen­ha­gen, 1974) is een Deen­se beeld­hou­wer en instal­la­tie­kun­ste­naar. Hein stu­deer­de van 1997 tot 2003 aan de kunst­aca­de­mie, Det Kon­ge­li­ge Dans­ke Kuns­t­a­ka­de­mi, in Kopen­ha­gen en stu­deer­de in die­zelf­de peri­o­de even­eens aan de Stä­del­schu­le in Frank­furt am Main. Hij was een assis­tent van de kun­ste­naar Ola­fur Eli­as­son en ver­te­gen­woor­dig­de in 2003 Den­e­mar­ken tij­dens de Biën­na­le van Venetië.

    About the artwork (EN)

    The Modi­fied Soci­al Ben­ches NY are based on the ubi­qui­tous park and gar­den ben­ches. Howe­ver, their basic sha­pe has been adap­ted to a gre­a­ter or les­ser extent, making sit­ting’ a con­scious phy­si­cal pro­cess. The ben­ches thus adap­ted trans­form their envi­ron­ment into a pla­ce of soci­al acti­vi­ty and sti­mu­la­te dia­lo­gue bet­ween users and pas­sers-by. The banks ques­ti­on spa­ti­al sepa­ra­ti­ons in soci­al situ­a­ti­ons, as well as the amount of spa­ce peo­p­le feel it is neces­sa­ry to lea­ve bet­ween them­sel­ves and others. Dis­tan­ce bet­ween peo­p­le is a type of non­ver­bal com­mu­ni­ca­ti­on that under­lies cul­tu­ral and soci­al tra­ces, and varies accor­ding to con­text. The­re is less dis­tan­ce in per­so­nal situ­a­ti­ons with clo­se fami­ly and gre­a­ter dis­tan­ce in public spa­ces whe­re we are sur­roun­ded by stran­gers. The work Modi­fied Soci­al Ben­ches NY aims to break the­se beha­vi­o­ral pat­terns in a public space.

    Jep­pe Hein (Copen­ha­gen, 1974) is a Danish sculp­tor and instal­la­ti­on artist. Hein stu­died at the art aca­de­my, Det Kon­ge­li­ge Dans­ke Kuns­t­a­ka­de­mi, in Copen­ha­gen from 1997 to 2003 and also stu­died at the Stä­del­schu­le in Frank­furt am Main during the same peri­od. He was an assis­tant to the artist Ola­fur Eli­as­son and repre­sen­ted Den­mark at the 2003 Veni­ce Biennale.

  • 8

    Fontein met vis en kind

    20240322 fontein met vis en kind koos van der kaaij c stad kortrijk 6 low quality

    Over het kunstwerk (NL)

    Fon­tein met Vis en Kind’ werd in 1949 ver­vaar­digd door Koos van der Kaaij (1899, Lei­den — 1976, Brug­ge). Het beeld stond oor­spron­ke­lijk in de vij­ver van het Konin­gin Astrid­park. In 2022 werd het park ech­ter heraan­ge­legd waar­door de fon­tein niet meer in de nieu­we omge­ving pas­te. Via de actie Beeld in jouw Buurt werd er een nieu­we match gevon­den tus­sen het beeld en de Begraaf­plaats Sint-Jan. In maart 2024 kreeg de fon­tein zijn nieu­we defi­ni­tie­ve plaats in de vij­ver aan de ingang van de begraafplaats.

    Het beeld van een water spu­wen­de vis bij de staart vast­ge­hou­den door een kind van Koos van der Kaaij past bin­nen de artis­tie­ke visie van de begraaf­plaats. Er is al een eer­ste link met het werk door de ver­wij­zing naar het graf­mo­nu­ment van Léon Bey­art-Sioen — ont­wor­pen in 1934 door archi­tect en zoon van, Car­los Beyaert — met een reli­ëf van Koos van der Kaaij. 

    De uit­zon­der­lij­ke waar­de van de oud­ste begraaf­plaats van de stad zit ver­vat in haar geschie­de­nis, haar land­schap­pe­lij­ke en archi­tec­tu­ra­le waar­de en artis­tie­ke kwa­li­teit. Enke­le beken­de beeld­hou­wers zoals Jules Lagae, Ernest Salu, Antoon Van Parys en Gode­froid Devree­se lie­ten er prach­ti­ge wer­ken na. Beeld­hou­wers Alfons Nose­da en Lie­ven Colar­dyn en achi­tect Jules Caret­te, voor­za­gen zelfs hun graf van eigen werk. Het kunst­werk Fon­tein met Vis en Kind’ is van de hand van Koos van der Kaaij. Jaco­bus Koos’ was een Neder­land­se beeld­hou­wer die een groot deel van zijn leven in Vlaan­de­ren heeft gewerkt en gewoond. Hij kwam in Kort­rijk terecht nadat hem gevraagd werd mee te hel­pen aan de res­tau­ra­tie van het tij­dens de oor­log ver­niel­de Nepo­mu­ce­nus­beeld op de Leiebrug.

    About the artwork (EN)

    Foun­tain with Fish and Child’ was made in 1949 by Koos van der Kaaij (1899, Lei­den — 1976, Bru­ges). The sta­tue ori­gi­nal­ly stood in the pond of the Queen Astrid Park. Howe­ver, the park was rede­vel­o­ped in 2022, mea­ning the foun­tain no lon­ger fit into the new envi­ron­ment. Through the Ima­ge in your Neigh­bor­hood cam­paign, a new match was found bet­ween the sta­tue and the Sint-Jan Ceme­tery. In March 2024, the foun­tain was given its new per­ma­nent pla­ce in the pond at the entran­ce to the cemetery.

    The ima­ge of a water-spe­wing fish held by the tail by a child by Koos van der Kaaij fits within the artis­tic visi­on of the ceme­tery. The­re is alrea­dy a first link with the work through the refe­ren­ce to the gra­ve monu­ment of Léon Bey­art-Sioen — desig­ned in 1934 by archi­tect and son of Car­los Beyaert — with a relief by Koos van der Kaaij.

    The excep­ti­o­nal value of the city­’s oldest ceme­tery lies in its his­to­ry, its lands­ca­pe and archi­tec­tu­ral value and its artis­tic qua­li­ty. Some well-known sculp­tors such as Jules Lagae, Ernest Salu, Antoon Van Parys and Gode­froid Devree­se left behind beau­ti­ful works. Sculp­tors Alfons Nose­da and Lie­ven Colar­dyn and archi­tect Jules Caret­te even pro­vi­ded their gra­ve with their own work. The art­work Foun­tain with Fish and Child’ is by Koos van der Kaaij. Jaco­bus Koos’ was a Dut­ch sculp­tor who wor­ked and lived in Flan­ders for a lar­ge part of his life. He ended up in Kort­rijk after he was asked to help with the res­tora­ti­on of the Nepo­mu­ce­nus sta­tue on the Leie Brid­ge, which was dest­roy­ed during the war.

  • 9

    THERE'S SOMETHING IN THE AIR

    Dsc 0632 low quality 1

    Over het kunstwerk (NL)

    De lichts­culp­tuur vormt een baken in de stad en is een her­ken­nings­punt tij­dens de don­ke­re uren. Het idee van dit licht­kunst­werk is ont­staan uit het schrij­ven met licht”.— Stad Kort­rijk. San­dra Blat­te­rer expe­ri­men­teert met drie­di­men­si­o­na­le licht­te­ke­nin­gen in de ruim­te en hoe deze teke­nin­gen of geschrif­ten zich ver­hou­den tot de toe­schou­wer, de omge­ving en de omlig­gen­de mate­ri­a­len. Dit licht­kunst­werk speelt met de ruim­te, met het publie­ke en het pri­va­te, met het con­cep­tu­e­le, maar ver­wijst tege­lij­ker­tijd naar doel­ge­rich­te belet­te­ring in onze wereld en de mate­ri­a­lis­ti­sche wereld van pro­duc­ten. De lichts­culp­tuur ver­bindt men­sen, ver­bindt de stad en ver­wijst ook door haar mate­ri­a­li­teit naar de mis­sie en visie van de Deel­fa­briek, waar­door het een soort soci­a­le sculp­tuur wordt.

    San­dra E. Blat­te­rer is gebo­ren in Wenen (Oos­ten­rijk) en woont en werkt in Ber­lijn (Duits­land). In haar werk onder­zoekt ze ver­schil­len­de metho­den van artis­tie­ke licht­ont­wik­ke­ling en het effect van ver­schil­len­de licht­kwa­li­tei­ten in ruim­tes. Ze cre­ëert instal­la­ties en per­for­man­ces aan de hand van ont­werp­schet­sen, media­stu­dies, video map­ping, muziek, foto­gra­fie en architectuur.

    About the artwork (EN)

    The light sculp­tu­re forms a bea­con in the city and is a land­mark during the dark hours. The idea of this light art­work aro­se from wri­ting with light”. — City of Kort­rijk. San­dra Blat­te­rer expe­ri­ments with three-dimen­si­o­nal light dra­wings in spa­ce and how the­se dra­wings or wri­tings rela­te to the vie­wer, the envi­ron­ment and the sur­roun­ding mate­ri­als. This light art­work plays with spa­ce, with the public and pri­va­te, with the con­cep­tu­al, but at the same time refers to pur­po­se­ful let­te­ring in our world and the mate­ri­a­lis­tic world of pro­ducts. The light sculp­tu­re con­nects peo­p­le, con­nects the city and also refers to the mis­si­on and visi­on of the Deel­fa­briek through its mate­ri­a­li­ty, making it a kind of soci­al sculpture.

    San­dra E. Blat­te­rer was born in Vien­na (Austria) and lives and works in Ber­lin (Ger­ma­ny). In her work she inves­ti­ga­tes dif­fe­rent methods of artis­tic light devel­op­ment and the effect of dif­fe­rent light qua­li­ties in spa­ces. She cre­a­tes instal­la­ti­ons and per­for­man­ces based on design sket­ches, media stu­dies, video map­ping, music, pho­to­grap­hy and architecture.

  • 10

    Ballerina

    Browse 1

    Over het kunstwerk (NL)

    Op de Vee­markt staat een beel­den­groep bestaan­de uit twee gekleur­de bron­zen beel­den die levens­gro­te figu­ren voor­stel­len: een man­ne­lij­ke figuur en een bal­le­ri­na. De bal­le­ri­na staat sier­lijk op een rode bol, hoog ver­he­ven op een paal, de man, in alle­daag­se kle­dij, staat op een aan­tal soli­de gesta­pel­de beton­nen schij­ven van ver­schil­len­de for­ma­ten. Rus­tig en gela­ten over­schou­wen ze het plein. De beel­den zijn aan­we­zig maar drin­gen zich niet op aan de toe­schou­wer. De kun­ste­naar beslis­te bij de plaat­sing om geen con­tact te maken tus­sen de beel­den onder­ling. Ze sta­ren elk een eigen rich­ting uit. Bewe­ging of expres­sie is bewust weg­ge­la­ten ten voor­de­le van een inner­lijk psy­cho­lo­gisch leven. In het opper­vlak van de bron­zen beel­den vin­den we spo­ren die her­in­ne­ren aan het werk­pro­ces van het bei­te­len in hout. Het is typisch voor Stephan Bal­ken­hol om het beeld­hou­wen op zich te laten spre­ken en niet onder­ge­schikt te maken aan een bood­schap of betekenis.

    In opdracht van de stad start­te Joost Dec­ler­cq, cul­tu­reel bemid­de­laar bij De Nieu­we Opdracht­ge­vers, samen met Buurt­werk Vee­markt in 2003 een over­leg met de bewo­ners van de Vee­markt in func­tie van de inte­gra­tie van een kunst­werk in de publie­ke ruim­te. Na ver­schil­len­de ver­ga­de­rin­gen met het buurt­werk en de bewo­ners­werk­groep van de Vee­markt, werd geko­zen voor de Duit­se kun­ste­naar Stephan Bal­ken­hol. Hij cre­ëer­de dit werk spe­ci­fiek voor de Vee­markt, reke­ning hou­dend met de wen­sen van de buurtbewoners.

    Stephan Bal­ken­hol (Fritz­lar Duits­land, 1957) stu­deer­de aan de Hoch­schu­le für bil­den­de Kün­ste Ham­burg bij Ulrich Rück­riem. Bal­ken­hol is een klas­sie­ke beeld­hou­wer die met bei­tel en hamer het hout bewerkt. Maar de kun­ste­naar expe­ri­men­teert ook met brons waar­in we dezelf­de schrif­tuur vin­den zoals op zijn hou­ten beel­den. Zijn grof­ge­hak­te en kleu­rig beschil­der­de hout­sculp­tu­ren zijn even­wel zijn han­dels­merk gewor­den. Het gebruik­te mate­ri­aal blijft in zijn werk altijd her­ken­baar en ook de verf­laag ver­bergt dit niet. Man­nen en vrou­wen in gewo­ne doen staan cen­traal in zijn werk. Bal­ken­hol is een toon­aan­ge­ven­de heden­daag­se beeld­hou­wer wiens werk in heel wat musea en op open­ba­re plaat­sen te zien is.

    About the artwork (EN)

    On the Vee­markt the­re is a group of sta­tu­es con­sis­ting of two colo­red bron­ze sta­tu­es repre­sen­ting life-size figu­res: a male figu­re and a bal­le­ri­na. The bal­le­ri­na stands gra­ce­ful­ly on a red sphe­re, ele­va­ted high on a pole, the man, in eve­ry­day clothing, stands on a num­ber of solid­ly stack­ed con­cre­te discs of various sizes. They sur­vey the squa­re qui­et­ly and resig­ned­ly. The ima­ges are pre­sent but do not impo­se them­sel­ves on the vie­wer. When pla­cing the ima­ges, the artist deci­ded not to make con­tact bet­ween the ima­ges. They each sta­re in their own direc­ti­on. Move­ment or expres­si­on is con­scious­ly omit­ted in favor of an inner psy­cho­lo­gi­cal life. In the surfa­ce of the bron­ze sta­tu­es we find tra­ces that remind us of the wor­king pro­cess of chi­se­ling in wood. It is typi­cal of Stephan Bal­ken­hol to let the sculp­ting speak for itself and not sub­or­di­na­te it to a mes­sa­ge or meaning.

    On behalf of the city, Joost Dec­ler­cq, cul­tu­ral medi­a­tor at De Nieu­we Opdracht­ge­vers, together with Buurt­werk Vee­markt, star­ted a con­sulta­ti­on with the resi­dents of the Vee­markt in 2003 regar­ding the inte­gra­ti­on of a work of art in the public spa­ce. After seve­r­al mee­tings with the com­mu­ni­ty work and the resi­dents’ wor­king group of the Vee­markt, the Ger­man artist Stephan Bal­ken­hol was cho­sen. He cre­a­ted this work spe­ci­fi­cally for the Vee­markt, taking into account the wis­hes of local residents.

    Stephan Bal­ken­hol (Fritz­lar Ger­ma­ny, 1957) stu­died at the Hoch­schu­le für bil­den­de Kün­ste Ham­burg with Ulrich Rück­riem. Bal­ken­hol is a clas­si­cal sculp­tor who works the wood with a chi­sel and ham­mer. But the artist also expe­ri­ments with bron­ze in which we find the same wri­ting as on his wooden sta­tu­es. Howe­ver, his rough­ly chop­ped and color­ful­ly pain­ted wood sculp­tu­res have beco­me his tra­de­mark. The mate­ri­al used always remains recog­ni­za­ble in his work and the lay­er of paint does not hide this. Men and women in ordi­na­ry beha­vi­or are cen­tral to his work. Bal­ken­hol is a lea­ding con­tem­po­ra­ry sculp­tor who­se work can be seen in many muse­ums and public places.

  • 11

    Heilige Johannes Nepomucenus

    Browse 2

    Over het kunstwerk (NL)

    Het beeld van de Hei­li­ge Nepo­mu­ce­nus stelt de hei­li­ge voor met een kruis in zijn armen en een aure­ool van ster­ren om zijn hoofd. Het cru­ci­fix ver­wijst naar de mar­tel­dood. De vijf ster­ren her­in­ne­ren aan de vijf licht­jes die de plaats zou­den aan­ge­duid heb­ben waar het lijk van de hei­li­ge zich bevond in het water. Op de sok­kel staat een tekst gebei­teld, opge­steld door Jan Soe­te, die de bewo­gen geschie­de­nis van het beeld weer­geeft. Het oor­spron­ke­lij­ke beeld is gemaakt door Lie­ven Hel­den­berg uit Gent. Waar­schijn­lijk was dezelf­de Lie­ven Hel­den­berg ook op een bepaald moment werk­zaam in de Sint-Baaf­skerk. Hij zou o.m. het praal­graf van bis­schop Antoon van der Noort gemaakt hebben.

    Vol­gens de wens van de opdracht­ge­ver Leo­nard-Jozef Sur­mont werd het eer­ste beeld met zijn rug naar Frank­rijk geplaatst, op de hou­ten brug tus­sen de Lei­e­straat en de Budastraat. Kort­rijk was toen juist vier jaar lang geteis­terd geweest door Fran­se vij­an­de­lijk­he­den. Het beeld werd in 1749 aan de stad geschon­ken. In 1882 werd de hou­ten brug ver­van­gen door een ste­nen brug en ver­huis­de het beeld naar de Broel­kaai. In 1913 werd het beeld op de Broel­brug geplaatst, maar nu met zijn gezicht naar Frank­rijk. In 1918, bij de aftocht van de Duit­sers, werd de brug opge­bla­zen en ver­dween het beeld in de Leie. Het hoofd werd omstreeks 1955 terug­ge­von­den en bevindt zich nu in de col­lec­tie van de Ste­de­lij­ke Musea Kort­rijk. In 1922 werd het twee­de beeld geplaatst op de Broel­brug. Deze kopie werd gemaakt door de Neder­lan­der Koos van der Kaaij (18991976), die toen in het ate­lier Lelan in Kort­rijk werk­te. Vóór de inval van de Duit­sers in 1940 werd de brug opge­bla­zen, waar­door de hei­li­ge opnieuw in het water terecht­kwam. In 1947 werd het beeld bij bag­ger­wer­ken licht bescha­digd boven­ge­haald. Het bevindt zich momen­teel in de tuin van Broel­kaai 6 in Kort­rijk. Het der­de beeld dateert van 1960 en is van de hand van de Kort­rijk­se beeld­hou­wer Geor­ges Vandevoorde.

    Van­de­voor­de Geor­ges (Kort­rijk, 1878 — Ander­lecht, 1964) stu­deer­de aan de Konink­lij­ke Aca­de­mie voor Scho­ne Kun­sten Kort­rijk waar beeld­hou­wer Con­stant Devree­se leraar was. Hij debu­teer­de in het ate­lier van de Kort­rijk­se beeld­hou­wers Jozef Lelan en Vic­tor Sileg­hem en week ver­vol­gens uit naar een Brus­sels ate­lier. Hij kon zich ver­der ver­vol­ma­ken in de aca­de­mie van Brus­sel onder lei­ding van de beeld­hou­wers Juli­aan Dil­lens en Char­les Van der Stap­pen. Hij werk­te zeven jaar samen met de befaam­de Waal­se beeld­hou­wer Vic­tor Rous­se­au, die een gro­te invloed op hem had. Van­de­voor­de maak­te tal­rij­ke oor­logs­mo­nu­men­ten en portretbustes.

    About the artwork (EN)

    The sta­tue of Saint Nepo­mu­ce­nus depicts the saint with a cross in his arms and a halo of stars around his head. The cru­ci­fix refers to mar­tyr­dom. The five stars are remi­nis­cent of the five lights that would have indi­ca­ted the pla­ce whe­re the saint’s corp­se was in the water. The­re is a text chi­s­el­led on the pede­stal, drawn up by Jan Soe­te, which depicts the event­ful his­to­ry of the sta­tue. The ori­gi­nal ima­ge was made by Lie­ven Hel­den­berg from Ghent. The same Lie­ven Hel­den­berg pro­ba­bly also wor­ked in St. Bavo’s Church at some point. He is said to have made, among other things, the mau­so­le­um of Bis­hop Antoon van der Noort.

    Accor­ding to the wis­hes of the client Leo­nard-Jozef Sur­mont, the first sta­tue was pla­ced with its back to Fran­ce, on the wooden brid­ge bet­ween Lei­e­straat and Budastraat. Kort­rijk had been rava­ged by French hos­ti­li­ties for four years. The sta­tue was dona­ted to the city in 1749. In 1882, the wooden brid­ge was repla­ced by a sto­ne brid­ge and the sta­tue moved to the Broel­kaai. In 1913 the sta­tue was pla­ced on the Broel Brid­ge, but now facing Fran­ce. In 1918, when the Ger­mans wit­hdrew, the brid­ge was blown up and the sta­tue dis­ap­pe­a­red into the Leie. The head was reco­ver­ed around 1955 and is now in the col­lec­ti­on of the Muni­ci­pal Muse­ums of Kort­rijk. In 1922, the second sta­tue was pla­ced on the Broel Brid­ge. This copy was made by the Dut­ch­man Koos van der Kaaij (18991976), who then wor­ked in the Lelan stu­dio in Kort­rijk. Befo­re the Ger­man inva­si­on in 1940, the brid­ge was blown up, cau­sing the saint to end up in the water again. In 1947 the sta­tue was reco­ver­ed slightly dama­ged during dred­ging works. It is cur­rent­ly loca­ted in the gar­den of Broel­kaai 6 in Kort­rijk. The third sta­tue dates from 1960 and is by the Kort­rijk sculp­tor Geor­ges Vandevoorde.

    Van­de­voor­de Geor­ges (Kort­rijk, 1878 — Ander­lecht, 1964) stu­died at the Roy­al Aca­de­my of Fine Arts Kort­rijk, whe­re sculp­tor Con­stant Devree­se was a tea­cher. He made his debut in the stu­dio of the Kort­rijk sculp­tors Jozef Lelan and Vic­tor Sileg­hem and then moved to a Brus­sels stu­dio. He was able to fur­ther per­fect himself at the Brus­sels aca­de­my under the guid­an­ce of the sculp­tors Juli­aan Dil­lens and Char­les Van der Stap­pen. He wor­ked for seven years with the famous Wal­loon sculp­tor Vic­tor Rous­se­au, who had a gre­at influ­en­ce on him. Van­de­voor­de made numerous war memo­ri­als and port­rait busts.

  • 12

    La Grande Caille

    Browse 3

    Over het kunstwerk (NL)

    La Gran­de Cail­le’ is een monu­men­taal naakt van een voor­over­ge­bo­gen, gekniel­de en in zich­zelf gekeer­de vrouw. In 1958 rea­li­seer­de Grard reeds een klei­ne­re ver­sie van dit werk, dat hij toen La Cail­le’ (let­ter­lijk: de kwar­tel) noem­de. In 1980 kocht Paul Del­vaux dit werk voor het Del­vaux­mu­se­um in Sint-Ides­bald. Het Ste­de­lijk Muse­um van Kort­rijk kocht dit beeld in 1975 en liet het voor de Hal­len plaat­sen, waar het een blik­van­ger is voor de vele dui­zen­den bezoe­kers van de gro­te beur­zen in Xpo. In 2009 werd het bij de uit­brei­dings­wer­ken ver­plaatst naar het water­bas­sin rechts voor het gebouw.

    Geor­ge Grard (Door­nik, 190 — Sint-Ides­bald, 1984) stu­deer­de aan de Aca­de­mie voor Scho­ne Kun­sten Door­nik. Geor­ge Grard wordt alge­meen erkend als één van onze gro­te Bel­gi­sche beeld­hou­wers. In de jaren 30 trok hij naar Sint-Ides­bald, waar hij nau­we ban­den had met Paul Del­vaux. In 1970 behaalt hij de Vijf­jaar­lijk­se Staats­prijs voor Beeld­houw­kunst ter bekro­ning van een kunstenaarsloopbaan.

    Het oeu­vre van Geor­ge Grard draait rond één enkel the­ma dat hem zijn leven lang heeft bezig gehou­den: het vrou­we­lijk naakt. In zijn bes­te wer­ken weet hij een per­fect even­wicht uit te druk­ken tus­sen licha­me­lijk­heid en ide­a­li­se­ring, tus­sen natuur­lij­ke een­voud en mys­te­rie. De vrou­wen­fi­gu­ren wor­den vaak geas­so­ci­eerd met thema’s uit de natuur­we­reld: de Zee, de Aar­de, de Lente.

    About the artwork (EN)

    La Gran­de Cail­le’ is a monu­men­tal nude of a bent-over, kneeling and intro­ver­ted woman. In 1958, Grard rea­li­zed a smal­ler ver­si­on of this work, which he then cal­l­ed La Cail­le’ (liter­al­ly: the quail). In 1980, Paul Del­vaux bought this work for the Del­vaux Muse­um in Sint-Ides­bald. The Muni­ci­pal Muse­um of Kort­rijk bought this sta­tue in 1975 and had it pla­ced in front of the Hal­len, whe­re it is an eye-cat­cher for the many thou­sands of visi­tors to the major fairs in Xpo. In 2009, it was moved to the water basin on the right in front of the buil­ding during the expan­si­on works.

    Geor­ge Grard (Tour­nai, 190 — Sint-Ides­bald, 1984) stu­died at the Aca­de­my of Fine Arts Tour­nai. Geor­ge Grard is gener­al­ly recog­ni­zed as one of our gre­at Bel­gi­an sculp­tors. In the 1930s he moved to Sint-Ides­bald, whe­re he had clo­se ties with Paul Del­vaux. In 1970 he won the Five-Year Sta­te Pri­ze for Sculp­tu­re to crown an artis­t’s career.

    Geor­ge Grar­d’s oeu­vre revol­ves around a sin­gle the­me that has occu­pied him all his life: the fema­le nude. In his best works he mana­ges to express a per­fect balan­ce bet­ween phy­si­ca­li­ty and ide­a­li­za­ti­on, bet­ween natu­ral sim­pli­ci­ty and mys­tery. The fema­le figu­res are often asso­ci­a­ted with the­mes from the natu­ral world: the Sea, the Earth, Spring.

  • 13

    Tormento

    2021 06 08

    Over het kunstwerk (NL)

    Twee jaar na de ope­ning van het nieu­we con­ser­va­to­ri­um­ge­bouw kocht de stad Kort­rijk dit kunst­werk aan om de omge­ving van het nieu­we com­plex te ver­fraai­en. Het beeld geeft de indruk van een orga­nisch gegroei­de, natuur­lij­ke mas­sa. Het heeft de iner­tie van een lang­zaam gestol­de oer­kracht. De vorm kan men omschrij­ven als een zich hori­zon­taal voort­plan­ten­de lob­struc­tuur. De titel Tor­men­to’ doet dan weer den­ken aan de kwel­lin­gen die met groei­pij­nen en pas­sies gepaard gaan.

    Het werk van Ste­faan Depuydt (Gis­tel, 1937) getuigt meest­al van een plas­ti­sche vita­li­teit, als­of er natuur­krach­ten aan het werk geweest zijn. De sculp­tu­ren zijn tege­lijk log, beweeg­lijk en erup­tief als een half­ge­stol­de lava­stroom. Het werk con­tras­teert mooi met de zeer recht­lij­ni­ge archi­tec­tuur van het con­ser­va­to­ri­um­ge­bouw. Ste­faan Depuydt stu­deer­de aan het Sint-Lucas­in­sti­tuut Gent en aan het Nati­o­naal Hoger Insti­tuut Ter Kameren Brus­sel. In 1962 kreeg hij de Prijs van de Pro­vin­cie West-Vlaan­de­ren voor beeld­houw­kunst. Zijn echt­ge­no­te Livia Can­e­stra­ro (Rome, 1936) stu­deer­de aan het Lycea Artis­ti­co Roma, Aca­de­mia di Bel­le Arti in Rome en kwam zich eind jaren 50 aan het Nati­o­naal Hoger Insti­tuut Ter Kameren in Brus­sel in de beeld­houw­kunst bekwa­men. Samen rea­li­seer­den zij de monu­men­ta­le fon­tein op t Zand in Brugge.

    About the artwork (EN)

    Two years after the ope­ning of the new con­ser­va­to­ry buil­ding, the city of Kort­rijk pur­cha­sed this work of art to beau­ti­fy the sur­roun­dings of the new com­plex. The ima­ge gives the impres­si­on of an orga­ni­cally grown, natu­ral mass. It has the iner­tia of a slow­ly soli­di­fied pri­mal for­ce. The sha­pe can be descri­bed as a hori­zon­tal­ly pro­pa­ga­ting lobe struc­tu­re. The tit­le Tor­men­to’ is remi­nis­cent of the tor­ments that come with gro­wing pains and passions.

    The work of Ste­faan Depuydt (Gis­tel, 1937) usu­al­ly tes­ti­fies to a plas­tic vita­li­ty, as if natu­ral for­ces were at work. The sculp­tu­res are at the same time cum­ber­so­me, mobi­le and erup­ti­ve, like a semi-soli­di­fied lava flow. The work con­trasts nice­ly with the very rec­ti­li­near archi­tec­tu­re of the con­ser­va­to­ry buil­ding. Ste­faan Depuydt stu­died at the Sint-Lucas Insti­tu­te Ghent and at the Nati­o­nal Hig­her Insti­tu­te Ter Kameren Brus­sels. In 1962 he recei­ved the Pri­ze of the Pro­vin­ce of West Flan­ders for sculp­tu­re. His wife Livia Can­e­stra­ro (Rome, 1936) stu­died at the Lycea Artis­ti­co Roma, Aca­de­mia di Bel­le Arti in Rome and qua­li­fied in sculp­tu­re at the Nati­o­nal Hig­her Insti­tu­te Ter Kameren in Brus­sels in the late 1950s. Together they cre­a­ted the monu­men­tal foun­tain on t Zand in Bruges.

  • 14

    Lucky Luke

    Images0 persgroep

    Over het kunstwerk (NL)

    Luc­ky Luke is een strip­fi­guur ont­wor­pen door Mauri­ce De Beve­re (Kort­rijk, 1923 — Brus­sel, 2001), ali­as Mor­ris. De eer­ste ver­ha­len wer­den gepu­bli­ceerd in 1946 in Rob­be­does en Spi­rou, het eer­ste album ver­scheen in 1947. In 1997 werd de vijf­tig­ste ver­jaar­dag in Kort­rijk gevierd onder het mot­to Luc­ky Luke is in de stad’. Mor­ris ont­wierp zelf de affi­che. Naast de ont­hul­ling van het beeld waren er ook ten­toon­stel­lin­gen en ani­ma­ties. Mauri­ce De Beve­re kreeg het ere­bur­ger­schap van de stad. Het kera­mi­sche beeld werd gere­a­li­seerd door kun­ste­naar en kera­mist Achiel Pau­wels en ver­vaar­digd in de Kort­rijk­se werk­plaat­sen van Kora­mic. Mor­ris maak­te hier­voor een aan­tal tech­ni­sche teke­nin­gen en volg­de het pro­ces op de voet. Op 5 april 1997 werd het beeld plech­tig inge­hul­digd in de eta­la­ge van de stadsbibliotheek.

    Achiel Pau­wels (Mari­a­ker­ke, 1932) kreeg zijn oplei­ding in de afde­ling Monu­men­ta­le Kun­sten van de Sint-Lucas­school in Gent. Hij behoor­de tot de eer­ste gene­ra­tie van Bel­gi­sche kun­ste­naars die kera­miek, kwets­baar mate­ri­aal, ver­koos om er figu­ra­tie­ve sculp­tu­ren mee te maken, zelfs levens­groot, zelfs monu­men­taal. Pau­wels is beschre­ven als een scher­pe waar­ne­mer, die er in slaagt de men­se­lij­ke emo­ties weer te geven in zijn sculp­tu­ren. Daar­naast werk­te hij als ambach­te­lijk ver­vaar­di­ger van sier- en gebruiks­voor­wer­pen, meer bepaald van kleu­ri­ge, deco­ra­tie­ve scha­len en uti­li­tai­re kera­miek, zoals taber­na­kels en litur­gisch vaatwerk.

    About the artwork (EN)

    Luc­ky Luke is a car­toon charac­ter desig­ned by Mauri­ce De Beve­re (Kort­rijk, 1923 — Brus­sels, 2001), ali­as Mor­ris. The first sto­ries were publis­hed in 1946 in Spi­rou and Spi­rou, the first album appe­a­red in 1947. In 1997 the fif­tieth anni­vers­a­ry was cele­bra­ted in Kort­rijk under the mot­to Luc­ky Luke is in town’. Mor­ris desig­ned the pos­ter himself. In addi­ti­on to the unvei­ling of the sta­tue, the­re were also exhi­bi­ti­ons and ani­ma­ti­ons. Mauri­ce De Beve­re was given hono­ra­ry citi­zens­hip of the city. The cera­mic sculp­tu­re was rea­li­zed by artist and cera­mist Achiel Pau­wels and manu­fac­tu­red in Kora­mic’s Kort­rijk work­shops. Mor­ris made a num­ber of tech­ni­cal dra­wings for this and fol­lo­wed the pro­cess clo­se­ly. On April 5, 1997, the sta­tue was solemn­ly inau­gu­ra­ted in the win­dow of the city library.

    Achiel Pau­wels (Mari­a­ker­ke, 1932) recei­ved his trai­ning in the Monu­men­tal Arts depart­ment of the Sint-Lucas School in Ghent. He belon­ged to the first gene­ra­ti­on of Bel­gi­an artists who cho­se cera­mics, a fra­gi­le mate­ri­al, to cre­a­te figu­ra­ti­ve sculp­tu­res, even life-size, even monu­men­tal. Pau­wels has been descri­bed as a keen obser­ver who suc­ceeds in port­raying human emo­ti­ons in his sculp­tu­res. He also wor­ked as a tra­di­ti­o­nal manu­fac­tu­rer of orna­men­tal and uten­sils, more spe­ci­fi­cally color­ful, deco­ra­ti­ve bowls and uti­li­ta­ri­an cera­mics, such as taber­na­cles and litur­gi­cal vessels.

  • 15

    Een hart voor Overleie

    Browse 4

    Over het kunstwerk (NL)

    Het kunst­werk bestaat uit een rood mar­me­ren hart dat ligt op een crou­te van blauw­steen waar­in een tekst is gebei­teld: t klop­pend hart van Over­leie draagt men­sen door t leven. De tekst is van de dich­ter Achil­les Surinx, die op Over­leie woont. E.H. Degrieck, toen­ma­lig pas­toor van de Sint-Elooiskerk, stel­de in 2000 voor om een monu­ment te plaat­sen op het Sint-Amands­plein, als een blijk van erken­ning en waar­de­ring van de plaat­se­lij­ke bevol­king voor de wer­king van De Spatjes’. De toneel­ver­e­ni­ging De Spatjes’, bekend van hun volk­se revues, schen­ken jaar­lijks de inkom­sten van hun optre­dens aan zie­ken­zorg en aan hulp­be­hoe­ven­den op Over­leie. Naar aan­lei­ding van hun 75-jarig bestaan, werd gezocht naar een monu­ment dat ener­zijds zou aan­slui­ten bij hun wer­king en dat ander­zijds een extra dimen­sie zou geven voor de bewo­ners van Over­leie. Samen met Buurt­werk Over­leie con­tac­teer­den De Spatjes’ een drie­tal kun­ste­naars met de vraag een voor­stel uit te wer­ken. Eind 2004 werd de inzen­ding van kun­ste­na­res Luche weerhouden.

    Luche, pseu­do­niem van Lut­je van Cal­berg (Ware­gem, 1949) stu­deer­de aan de Konink­lij­ke Aca­de­mie voor Scho­ne Kun­sten Kort­rijk. Zij haalt de inspi­ra­tie uit de natuur en het leven, vor­men, gedra­gin­gen, con­fron­ta­ties van men­sen en samen­le­ving, gods­dienst en poli­tiek. Het spel van licht en scha­duw, leeg­te en volu­me, speelt een belang­rij­ke rol bij de opbouw van haar werk.

    About the artwork (EN)

    The work of art con­sists of a red mar­ble heart that lies on a blue­s­to­ne crou­te in which a text is chi­se­led: the bea­ting heart of Over­leie car­ries peo­p­le through life. The text is by the poet Achil­les Surinx, who lives on Over­leie. E.H. Degrieck, then pas­tor of the Sint-Eloois Church, pro­po­sed in 2000 to pla­ce a monu­ment on Sint-Amands­plein, as a token of recog­ni­ti­on and appre­ci­a­ti­on of the local popu­la­ti­on for the ope­ra­ti­on of De Spatjes’. The the­a­ter asso­ci­a­ti­on De Spatjes’, known for their popu­lar revues, annu­al­ly dona­te the inco­me from their per­for­man­ces to heal­th­ca­re for the sick and tho­se in need on Over­leie. To mark their 75th anni­vers­a­ry, a monu­ment was sought that would, on the one hand, reflect their acti­vi­ties and, on the other hand, pro­vi­de an extra dimen­si­on for the resi­dents of Over­leie. Together with Buurt­werk Over­leie, De Spatjes’ con­tac­ted three artists with the request to devel­op a pro­po­sal. At the end of 2004, artist Luche’s entry was accepted.

    Luche, pseu­do­nym of Lut­je van Cal­berg (Ware­gem, 1949) stu­died at the Roy­al Aca­de­my of Fine Arts Kort­rijk. She draws inspi­ra­ti­on from natu­re and life, forms, beha­vi­or, con­fron­ta­ti­ons bet­ween peo­p­le and soci­e­ty, reli­gi­on and poli­tics. The play of light and sha­dow, emp­ti­ness and volu­me, plays an impor­tant role in the struc­tu­re of her work.

  • 16

    Ziro met Saïké

    Browse 5

    Over het kunstwerk (NL)

    Bron­zen beeld met een voor­stel­ling van een gekniel­de naak­te vader die met open armen, balan­ce­rend, een kind op de schou­ders draagt. In dit beeld komen de drie basis­ele­men­ten van de kera­miek van Ver­meersch tot uiting. De bij­zon­de­re hou­ding en geba­ren trek­ken de aan­dacht. De hyp­no­ti­sche blik ver­diept de gewaar­wor­ding, en de gebak­ken klei/​brons ten­slot­te open­baart de uit­ge­spro­ken aar­de- en streek­ge­bon­den­heid van de kun­ste­naar. Hij sluit ech­ter tevens aan bij de gro­te arche­o­lo­gi­sche wereld­be­scha­vin­gen. Zo vindt men het onbe­van­ge­ne terug dat vele Egyp­ti­sche graf­gif­ten ken­merkt. Ver­meersch ver­groot dit uit en ver­stilt dit in een broos eeuwigheidsdenken.

    Het beeld­houw­werk Ziro met Saȋ­ke, één van de hoog­te­pun­ten in de car­ri­è­re van José Ver­meersch, werd al snel na zijn cre­a­tie in 1969 door de Ste­de­lij­ke Musea Kort­rijk aan­ge­kocht. Het oor­spron­ke­lij­ke beeld was gere­a­li­seerd in ter­ra­cot­ta door José Ver­meersch en in een zwar­te verf beschil­derd, om zo het effect van brons na te boot­sen. Het was de wens van José Ver­meersch om het kera­mi­sche beeld in brons te rea­li­se­ren. Op vraag van de fami­lie gaf de vzw Ste­de­lij­ke Musea Kort­rijk haar akkoord om het beeld in brons te laten uit­voe­ren in acht exem­pla­ren waar­van de ‘ épreu­ve d’artiste’ in bezit kwam van de ste­de­lij­ke col­lec­tie. Ver­meersch ont­wik­kel­de een pati­na op brons die erg dicht de huid van de vroe­ge­re kera­mi­sche beel­den bena­der­de. Het bron­zen beeld Ziro met Saȋ­ke’ werd in deze pati­na afgewerkt.

    About the artwork (EN)

    Bron­ze sta­tue depic­ting a kneeling nak­ed father car­rying a child on his shoul­ders with open arms, balan­cing. This ima­ge expres­ses the three basic ele­ments of Ver­meer­sch’s cera­mics. The spe­ci­al pos­tu­re and gestu­res attract atten­ti­on. The hyp­no­tic gaze dee­pens the sen­sa­ti­on, and the bak­ed clay/​bronze final­ly reveals the artis­t’s dis­tinct con­nec­ti­on with the earth and regi­on. Howe­ver, he is also in line with the gre­at archae­o­lo­gi­cal world civi­li­za­ti­ons. In this way one regains the open-min­ded­ness that charac­te­ri­zes many Egyp­ti­an gra­ve goods. Ver­meersch mag­ni­fies this and stills it in a fra­gi­le thin­king of eternity.

    The Ziro sculp­tu­re with Saȋ­ke, one of the high­lights in José Ver­meer­sch’s career, was pur­cha­sed by the Muni­ci­pal Muse­ums of Kort­rijk soon after its cre­a­ti­on in 1969. The ori­gi­nal sta­tue was made in ter­ra­cot­ta by José Ver­meersch and pain­ted in black paint to imi­ta­te the effect of bron­ze. It was José Ver­meer­sch’s wish to rea­li­ze the cera­mic sta­tue in bron­ze. At the request of the fami­ly, the non-pro­fit orga­ni­za­ti­on Ste­de­lijk Musea Kort­rijk agreed to have the sta­tue made in bron­ze in eight copies, the épreu­ve d’ar­tis­te’ of which came into the pos­ses­si­on of the city col­lec­ti­on. Ver­meersch devel­o­ped a pati­na on bron­ze that came very clo­se to the skin of the ear­lier cera­mic sta­tu­es. The bron­ze sta­tue Ziro with Saȋ­ke’ was finis­hed in this patina.

  • 17

    Johanna van Constantinopel

    Screenshot 2024 05 16 at 16 07 29

    Over het kunstwerk (NL)

    Gra­vin Johan­na, gebo­ren omstreeks 1200, stond jaren­lang alleen aan het hoofd van het graaf­schap Vlaan­de­ren. Haar vader, Bou­de­wijn IX, die in 1202 op kruis­tocht ver­trok, werd in 1204 kei­zer van Con­stan­ti­no­pel. Het jaar daar­op werd hij ech­ter gevan­gen geno­men in de strijd tegen de Bul­ga­ren en ver­dween zon­der een spoor na te laten. In 1212 werd Johan­na uit­ge­hu­we­lijkt aan Fer­rand van Por­tu­gal. Deze werd ech­ter na de slag van Bou­vi­nes (1214) gedu­ren­de 12 jaar vast­ge­hou­den door de Fran­sen. De gra­vin stierf in 1244 in Mar­quet­te nabij Rij­sel. Johan­na Van Con­stan­ti­no­pel wordt beschouwd als de stich­te­res van het Kort­rijk­se begijn­hof. Het is bekend dat de gra­vin in 1242 een huis kocht dat ze schonk aan de begij­nen. Een stich­tings­da­tum of stich­tings­ak­te is even­wel niet bekend. In de 19e eeuw werd 1241 als offi­ci­eel stich­tings­jaar aan­ge­no­men, waar­door men in 1891 de 650e ver­jaar­dag kon vie­ren. Het beeld kwam er naar aan­lei­ding van deze viering.

    De gra­vin heeft een per­ka­ment in haar hand, een ver­wij­zing naar de stich­tings­ak­te van het begijn­hof. Aan haar voe­ten staat een ver­kleind model van de begijn­hof­ka­pel. Beeld­hou­wer Valè­re Dupont (Kort­rijk, 1851 – 1935) maak­te voor­na­me­lijk hei­li­gen­beel­den in hout en steen, maar ook deco­ra­tief kap­werk. Hij nam deel aan de wed­strij­den voor het oprich­ten van het Groe­nin­ge­mo­nu­ment en voor het Jozef Van­da­le­ge­denk­te­ken. Voor het Onze-Lie­ve-Vrou­we­hos­pi­taal maak­te Dupont in 1889 een wit­ste­nen madon­na met kind.

    About the artwork (EN)

    Coun­tess Johan­na, born around 1200, was the sole head of the coun­ty of Flan­ders for many years. Her father, Bal­d­win IX, who went on crus­a­de in 1202, beca­me emper­or of Con­stan­ti­nop­le in 1204. Howe­ver, the fol­lo­wing year he was cap­tu­red in the batt­le against the Bul­ga­ri­ans and dis­ap­pe­a­red wit­hout a tra­ce. In 1212, Joan­na was mar­ried to Fer­rand of Por­tu­gal. Howe­ver, this was held by the French for 12 years after the batt­le of Bou­vi­nes (1214). The coun­tess died in 1244 in Mar­quet­te near Lil­le. Johan­na Van Con­stan­ti­no­pel is con­si­de­red the foundress of the Kort­rijk beguina­ge. It is known that the coun­tess bought a hou­se in 1242, which she dona­ted to the Begui­nes. Howe­ver, a foun­da­ti­on date or foun­da­ti­on deed is not known. In the 19th cen­tu­ry, 1241 was adop­ted as the offi­ci­al foun­da­ti­on year, allo­wing the 650th anni­vers­a­ry to be cele­bra­ted in 1891. The sta­tue was cre­a­ted as a result of this celebration.

    The coun­tess has a par­ch­ment in her hand, a refe­ren­ce to the foun­da­ti­on deed of the beguina­ge. At her feet is a redu­ced model of the beguina­ge cha­pel. Sculp­tor Valè­re Dupont (Kort­rijk, 1851 – 1935) main­ly made sta­tu­es of saints in wood and sto­ne, but also deco­ra­ti­ve car­vings. He took part in the com­pe­ti­ti­ons for erec­ting the Groe­nin­ge Monu­ment and for the Jozef Van­da­le Memo­ri­al. Dupont made a whi­te sto­ne Madon­na with child for the Hos­pi­tal of Our Lady in 1889.

  • 18

    De Vlam

    Screenshot 2024 05 16 at 16 09 14

    Over het kunstwerk (NL)

    Van­af 1995 tot 2002 werd jaar­lijks de Elf­daag­se Vlaan­de­ren-Euro­pa’ geo­pend in Kort­rijk, met een plech­tig­heid op de Groe­nin­ge­kou­ter. Deze mani­fes­ta­tie bete­ken­de tel­kens de start van elf dagen feest, met tal van acti­vi­tei­ten in heel Vlaan­de­ren, in samen­wer­king met Euro­pe­se part­ners. De start van deze Elf­daag­se gebeur­de sym­bo­lisch door het aan­ste­ken van een vlam die elf dagen lang bleef bran­den boven twee reus­ach­ti­ge gul­den spo­ren. Het monu­ment kwam op het gras­plein voor het Groe­nin­ge­mo­nu­ment en werd met vier spij­len in de grond ver­an­kerd. Het beeld werd inge­hul­digd op 1 juli 1995, toen de vlam voor het eerst werd aan­ge­sto­ken. Het monu­ment werd ont­wor­pen door C. Bael­de van de ste­de­lij­ke Dienst Cul­tuur en kreeg als titel De Vlam”. Het monu­ment werd uit­ge­voerd in gelast koper dat bewerkt en in vorm gesla­gen werd. De vlam­men wer­den met gas bran­den­de gehou­den. Eind okto­ber 1996, ruim een jaar later, werd een uit de klui­ten gewas­sen boom door hevi­ge ruk­win­den ont­wor­teld en viel op de meest breek­ba­re plaats van het monu­ment, name­lijk op de spits van de gul­den spo­ren. Het beeld werd totaal vernield.

    In 1997 werd een nieuw beeld gere­a­li­seerd, waar­bij het­zelf­de ont­werp werd gebruikt. Er werd toen beslo­ten om het beeld pro­por­ti­o­neel te ver­gro­ten tot een hoog­te van 450 cm. Tevens werd het ver­ste­vigd op een hoog­te van 150 cm. Een vas­te gas­lei­ding werd onder­gronds aan­ge­legd. Cather­i­ne Bael­de (Usum­bu­ra, 1957) stu­deer­de Monu­men­ta­le Kunst aan het Sint-Lucas­in­sti­tuut Gent. Ze nam deel aan groeps­ten­toon­stel­lin­gen in bin­nen- en buitenland.

    About the artwork (EN)

    From 1995 to 2002, the Ele­ven Days Flan­ders-Euro­pe’ was ope­ned annu­al­ly in Kort­rijk, with a cere­mo­ny on the Groe­nin­ge­kou­ter. This event always mar­ked the start of ele­ven days of cele­bra­ti­on, with numerous acti­vi­ties throug­hout Flan­ders, in col­la­bo­ra­ti­on with Euro­pean part­ners. The start of this Ele­ven Days took pla­ce sym­bo­li­cally by ligh­ting a fla­me that bur­ned for ele­ven days abo­ve two huge gol­den spurs. The monu­ment was pla­ced on the lawn in front of the Groe­nin­ge Monu­ment and was ancho­red in the ground with four bars. The sta­tue was inau­gu­ra­ted on July 1, 1995, when the fla­me was first lit. The monu­ment was desig­ned by C. Bael­de of the city­’s Cul­tu­ral Depart­ment and was entit­led The Fla­me”. The monu­ment was made of wel­ded cop­per that was machi­ned and ham­me­red into sha­pe. The fla­mes were kept burning with gas. At the end of Octo­ber 1996, more than a year later, an over­grown tree was uproot­ed by hea­vy gusts of wind and fell on the most fra­gi­le pla­ce of the monu­ment, name­ly at the tip of the gol­den spurs. The sta­tue was com­ple­te­ly destroyed.

    A new sta­tue was cre­a­ted in 1997, using the same design. It was then deci­ded to enlar­ge the sta­tue pro­por­ti­o­nal­ly to a height of 450 cm. It was also rein­for­ced at a height of 150 cm. A per­ma­nent gas pipe­li­ne was laid under­ground. Cather­i­ne Bael­de (Usum­bu­ra, 1957) stu­died Monu­men­tal Art at the Sint-Lucas Insti­tu­te in Ghent. She took part in group exhi­bi­ti­ons at home and abroad.

  • 19

    Het Groeningemonument / De Maagd van Vlaanderen

    Browse 6

    Over het kunstwerk (NL)

    Monu­men­taal gedenk­te­ken, bekroond door Maagd van Vlaan­de­ren en Vlaam­se Leeuw in ver­guld brons. Op het ste­nen voet­stuk drie tafe­re­len in bas-reli­ëf. Op 11 juli 1302 ver­sloeg een leger van Vlaams voet­volk het Fran­se rui­ter­le­ger op de Groe­nin­ge­kou­ter. De over­win­ning had ech­ter voor­al een sym­bo­li­sche waar­de. In de 19e eeuw, en voor­na­me­lijk onder invloed van De Leeuw van Vlaan­de­ren’ van Hen­drik Con­scien­ce, won de Gul­den­spo­ren­slag sterk aan bete­ke­nis als sym­bool van de Vlaam­se ontvoogding.

    De eer­ste her­den­king op de Groe­nin­ge­kou­ter dateert van 1889. Van­af 1891 kreeg deze her­den­king een besten­dig karak­ter door de oprich­ting van een Groe­nin­ge­co­mi­té, met o.m. Adolf Ver­riest en The­o­door Sevens. Dit comi­té sprak zich vrij­wel dade­lijk uit voor de oprich­ting van een gedenk­te­ken, als hoog­te­punt van een groot­scheep­se vie­ring in 1902. Het op te rich­ten monu­ment moest een beeld wor­den dat het karak­ter van de strijd en de strij­ders zou ver­tol­ken, zon­der iemands eer­ge­voel te kwet­sen. Deze for­mu­le­ring werd mee­ge­deeld aan een aan­tal beeld­hou­wers, met het ver­zoek een ont­werp te wil­len indie­nen. Tien kun­ste­naars rea­geer­den op deze oproep. Uit de inzen­din­gen weer­hield de jury twee opmer­ke­lij­ke voor­stel­len, name­lijk dit van God­fried Devree­se en een rui­ter­beeld van Jules Lagae. Het comi­té koos uit­ein­de­lijk voor het eer­ste. Om het monu­ment te bekos­ti­gen, wer­den aller­lei ini­ti­a­tie­ven geor­ga­ni­seerd. Tevens wer­den o.m. alle gemeen­te­be­stu­ren van Vlaan­de­ren aan­ge­schre­ven. Bij het 6e eeuw­feest van de Gul­den­spo­ren­slag, gevierd op 17 augus­tus 1902, werd een levens­gro­te maquet­te van het monu­ment ont­huld. Devree­se werk­te vier jaar aan het monu­ment, dat uit­ein­de­lijk in 1906 ont­huld werd. Het monu­ment bete­kent een hoog­te­punt in de roman­ti­se­ring van de Vlaam­se strijd; het wordt beschouwd als een mees­ter­werk van de roman­tisch-rea­lis­ti­sche beeld­houw­kunst in Vlaan­de­ren. Op het hard­ste­nen voet­stuk zijn drie tafe­re­len gebeeld­houwd: links een Vlaam­se krij­ger die afscheid neemt van vrouw en kind, onder de hoe­de van Onze-Lie­ve-Vrouw van Groe­nin­ge; voor­aan de geval­len Fran­se aan­voer­der Robert d’Artois naast zijn paard Morel; rechts de terug­keer van de Vla­min­gen na de zege en de ver­broe­de­ring tus­sen rid­der en ambachts­man. Een sol­daat ver­kon­digt de over­win­ning met een bazuin­stoot. Boven­op dit voet­stuk staat de Maagd van Vlaan­de­ren in ver­guld brons. Zij houdt met haar ene hand tri­om­fan­te­lijk een soort van zeis in de rich­ting van het over­won­nen Frank­rijk, ter­wijl ze met haar ande­re hand de fie­re Vlaam­se leeuw, die zijn boei­en ver­bro­ken heeft, in bedwang houdt.

    In 1986 werd een poging onder­no­men om het Groe­nin­ge­mo­nu­ment te laten erken­nen als Memo­ri­aal van de Vlaam­se ont­voog­ding’, in plaats van de IJzer­to­ren. In 1993 werd het monu­ment opnieuw ver­guld en gron­dig her­steld. God­fried Devree­se (Kort­rijk, 1861-Brus­sel, 1941) was de zoon van de Kort­rijk­se beeld­hou­wer Con­stant Devree­se. Hij week uit naar Brus­sel, waar hij les kreeg van Eugè­ne Simo­nis en van Char­les Van der Stap­pen. In 1885 nam hij deel aan de Prijs van Rome, waar­in hij de twee­de plaats behaal­de. Van­af 1895 spe­ci­a­li­seer­de hij zich in het ver­vaar­di­gen van gedenkpenningen.

    About the artwork (EN)

    Monu­men­tal memo­ri­al, crow­ned by the Vir­gin of Flan­ders and the Fle­mish Lion in gilt bron­ze. Three sce­nes in bas-relief on the sto­ne pede­stal. On July 11, 1302, an army of Fle­mish foot sol­diers defea­ted the French caval­ry army on the Groe­nin­ge­kou­ter. Howe­ver, the vic­to­ry main­ly had a sym­bo­lic value. In the 19th cen­tu­ry, and main­ly under the influ­en­ce of The Lion of Flan­ders’ by Hen­drik Con­scien­ce, the Batt­le of the Gol­den Spurs gai­ned gre­at impor­tan­ce as a sym­bol of Fle­mish emancipation.

    The first com­me­mo­ra­ti­on on the Groe­nin­ge­kou­ter dates from 1889. From 1891 onwards, this com­me­mo­ra­ti­on beca­me per­ma­nent through the esta­blish­ment of a Groe­nin­ge com­mit­tee, inclu­ding Adolf Ver­riest and The­o­door Sevens. This com­mit­tee almost imme­di­a­te­ly vot­ed in favor of the erec­ti­on of a memo­ri­al, as the cul­mi­na­ti­on of a lar­ge-sca­le cele­bra­ti­on in 1902. The monu­ment to be erec­ted had to be an ima­ge that would express the charac­ter of the batt­le and the figh­ters, wit­hout offen­ding any­o­ne’s sen­se of honor. This for­mu­la­ti­on was com­mu­ni­ca­ted to a num­ber of sculp­tors, with the request that they sub­mit a design. Ten artists res­pon­ded to this call. The jury selec­ted two remar­ka­ble pro­po­sals from the entries, name­ly this one by God­fried Devree­se and an equestri­an sta­tue by Jules Lagae. The com­mit­tee ulti­ma­te­ly cho­se the for­mer. To finan­ce the monu­ment, all kinds of ini­ti­a­ti­ves were orga­ni­zed. All muni­ci­pal autho­ri­ties in Flan­ders, among others, were also con­tac­ted. During the 6th cen­tena­ry of the Batt­le of the Gol­den Spurs, cele­bra­ted on August 17, 1902, a life-size model of the monu­ment was unvei­led. Devree­se wor­ked for four years on the monu­ment, which was final­ly unvei­led in 1906. The monu­ment marks a high point in the roman­ti­ci­za­ti­on of the Fle­mish strug­gle; it is con­si­de­red a mas­ter­pie­ce of roman­tic-rea­list sculp­tu­re in Flan­ders. Three sce­nes are sculp­ted on the blue­s­to­ne pede­stal: on the left, a Fle­mish war­ri­or saying good­bye to his wife and child, under the care of Our Lady of Groe­nin­ge; in the front the fal­len French cap­tain Robert d’Ar­tois next to his hor­se Morel; on the right the return of the Fle­mish after the vic­to­ry and the fra­ter­ni­za­ti­on bet­ween knight and crafts­man. A sol­dier decla­res vic­to­ry with a blast of a trum­pet. On top of this pede­stal stands the Vir­gin of Flan­ders in gil­ded bron­ze. With one hand she tri­ump­hant­ly holds a kind of scy­the in the direc­ti­on of con­que­red Fran­ce, whi­le with the other hand she holds the proud Fle­mish lion, who has bro­ken his bonds, under control.

    In 1986, an attempt was made to have the Groe­nin­ge Monu­ment recog­ni­zed as the Memo­ri­al of the Fle­mish Eman­ci­pa­ti­on’, instead of the IJzer­to­ren. In 1993 the monu­ment was re-gil­ded and tho­rough­ly res­to­red. God­fried Devree­se (Kort­rijk, 1861-Brus­sels, 1941) was the son of the Kort­rijk sculp­tor Con­stant Devree­se. He moved to Brus­sels, whe­re he was taught by Eugè­ne Simo­nis and Char­les Van der Stap­pen. In 1885 he took part in the Rome Pri­ze, in which he took second pla­ce. From 1895 he spe­ci­a­li­zed in the pro­duc­ti­on of com­me­mo­ra­ti­ve medals.

  • 20

    Avicenna

    Screenshot 2024 05 16 at 16 16 20

    Over het kunstwerk (NL)

    Bron­zen borst­beeld van de Ara­bi­sche weten­schap­per en genees­heer op hoge mar­me­ren sok­kel. Avi­cen­na werd gebo­ren in 980 in het dorp Afsho­na nabij de Oez­beek­se stad Boecha­ra en was één der belang­rijk­ste weten­schap­pers van zijn tijd. Niet­te­gen­staan­de hij nau­we­lijks zeven­en­vijf­tig jaar leef­de, is zijn bij­dra­ge aan de ont­wik­ke­ling van de weten­schap enorm en vele eeu­wen later nog steeds rele­vant. Meni­ge gro­te ont­dek­king in de medi­sche wereld, de che­mie, de bio­lo­gie, de wis­kun­de en de astro­no­mie zijn met zijn naam ver­bon­den. Hij was een bril­jant genees­heer en werd benoemd tot vizier van Cho­resm en per­soon­lij­ke dok­ter van de Khan. Zijn filo­so­fisch denk­werk, een voort­zet­ting van Aris­to­te­les en Pla­to, had gro­te invloed op het wes­ters den­ken. Avi­cen­na schreef meer dan 280 boe­ken over genees­kun­de, natuur­we­ten­schap­pen, filo­so­fie en logica.

    Het monu­ment is een schen­king van de stad Tas­h­kent aan de stad Kort­rijk en dit naar aan­lei­ding van de tien­de ver­jaar­dag van het onder­hou­den van vriend­schap­pe­lij­ke betrek­kin­gen tus­sen bei­de ste­den. De ont­hul­ling vond plaats op 6 juli 2000. Ilkom Jab­ba­rov is één van de befaamd­ste Oez­beek­se beeld­hou­wers. Zijn beeld van Amir Temur op het gelijk­na­mi­ge plein is één van de trek­pleis­ters van de hoofd­stad Tas­h­kent (Oez­be­kis­tan).

    About the artwork (EN)

    Bron­ze bust of the Arab sci­en­tist and phy­si­cian on a high mar­ble base. Avi­cen­na was born in 980 in the vil­la­ge of Afsho­na near the Uzbek city of Buk­ha­ra and was one of the most impor­tant sci­en­tists of his time. Alt­hough he lived bare­ly fif­ty-seven years, his con­tri­bu­ti­on to the devel­op­ment of sci­en­ce is enor­mous and still rele­vant many cen­tu­ries later. Many major dis­co­ve­ries in the medi­cal world, che­mistry, bio­lo­gy, mathe­ma­tics and astro­no­my are lin­ked to his name. He was a bril­li­ant phy­si­cian and was appoin­ted vizier of Horesm and per­so­nal phy­si­cian to the Khan. His phi­lo­so­p­hi­cal work, a con­ti­nu­a­ti­on of Aris­tot­le and Pla­to, had a gre­at influ­en­ce on Wes­tern thin­king. Avi­cen­na wro­te more than 280 books on medi­ci­ne, natu­ral sci­en­ces, phi­lo­sop­hy and logic.

    The monu­ment is a dona­ti­on from the city of Tas­h­kent to the city of Kort­rijk on the occa­si­on of the tenth anni­vers­a­ry of the main­tenan­ce of friend­ly rela­ti­ons bet­ween the two cities. The unvei­ling took pla­ce on July 6, 2000. Ilkom Jab­ba­rov is one of the most famous Uzbek sculp­tors. His sta­tue of Amir Temur on the squa­re of the same name is one of the attrac­ti­ons of the capi­tal Tas­h­kent (Uzbe­kis­tan).

  • 21

    Ledsculptuur

    Led sculptuur jeanluc verpoucke

    Over het kunstwerk (NL)

    Deze leds­culp­tuur van kun­ste­naar Jean-Luc Ver­pou­c­ke werd geïn­stal­leerd in 2010 n.a.v. het 250-jari­ge bestaan van de Kunst­aca­de­mie. Jean-Luc Ver­pou­c­ke gaf er les in het ate­lier beeld­hou­wen en het ate­lier steens­culp­tuur in de aca­de­mie. De sculp­tuur bestaat uit twee her­sen­helf­ten gego­ten in kunst­stof met rode en wit­te licht­jes­In tegen­stel­ling tot wat men vroe­ger dacht stu­ren bei­de her­sen­helf­ten niet elk afzon­der­lijk bepaal­de func­ties aan maar is er een wis­sel­wer­king tus­sen bei­den bij vrij­wel elk pro­ces. Wat ver­schilt is de manier van ver­wer­ken van infor­ma­tie. In de leds­culp­tuur van Ver­pou­c­ke licht de rech­ter­her­sen­helft afwis­se­lend rood en wit op. Daar­mee ver­wijst de kun­ste­naar naar de cre­a­ti­vi­teit, emo­tie en schoon­heid die eer­der gel­inkt werd aan deze her­sen­helft maar ook aan de artis­tie­ke oplei­din­gen van de Aca­de­mie en de leerlingen.

    Jean-Luc Ver­pou­c­ke (°Ieper, 1957) stu­deer­de beeld­houw­kunst aan het Sint-Lucas­in­sti­tuut in Gent en woont en werkt in Harel­be­ke. In 1982 werd hij leraar aan de Konink­lij­ke Aca­de­mie van Kort­rijk en Brug­ge. In 1986 was hij lau­re­aat van de nati­o­na­le beeld­houw­wed­strijd A. Ver­mey­len­fonds. Naast het les­ge­ven heeft Ver­pou­c­ke heel wat sculp­tu­ren ver­vaar­digd, meest­al uit steen. Zijn beeld­houw­wer­ken wor­den gebo­ren uit de con­fron­ta­tie van het onge­vorm­de , natuur­lij­ke mate­ri­aal — de ruwe steen — met een strak­ke of vloei­en­de, soms geo­me­tri­sche vorm­ge­ving. Vaak is zijn werk een opeen­sta­pe­ling van ver­schil­len­de com­po­nen­ten die de sug­ges­tie van een labiel even­wicht opwekken.

    About the artwork (EN)

    This LED sculp­tu­re by artist Jean-Luc Ver­pou­c­ke was instal­led in 2010 on the occa­si­on of the 250th anni­vers­a­ry of the Art Aca­de­my. Jean-Luc Ver­pou­c­ke taught in the sculp­tu­re stu­dio and the sto­ne sculp­tu­re stu­dio in the aca­de­my. The sculp­tu­re con­sists of two hemis­p­he­res of the brain cast in plas­tic with red and whi­te lights. Con­tra­ry to what peo­p­le used to think, the two hemis­p­he­res of the brain do not each sepa­ra­te­ly con­trol cer­tain func­ti­ons, but the­re is an inter­ac­ti­on bet­ween them in almost eve­ry pro­cess. What dif­fers is the way of pro­ces­sing infor­ma­ti­on. In Ver­pou­c­ke’s LED sculp­tu­re, the right hemis­p­he­re lights up alter­na­te­ly red and whi­te. In doing so, the artist refers to the cre­a­ti­vi­ty, emo­ti­on and beau­ty that was pre­vious­ly lin­ked to this hemis­p­he­re of the brain, but also to the artis­tic trai­ning of the Aca­de­my and the students.

    Jean-Luc Ver­pou­c­ke (° Ypres, 1957) stu­died sculp­tu­re at the Sint-Lucas Insti­tu­te in Ghent and lives and works in Harel­be­ke. In 1982 he beca­me a tea­cher at the Roy­al Aca­de­my of Kort­rijk and Bru­ges. In 1986 he was lau­re­a­te of the nati­o­nal sculp­tu­re com­pe­ti­ti­on A. Ver­mey­len­fonds. In addi­ti­on to tea­ching, Ver­pou­c­ke has made many sculp­tu­res, most­ly from sto­ne. His sculp­tu­res are born from the con­fron­ta­ti­on of the unfor­med, natu­ral mate­ri­al — the rough sto­ne — with a sleek or flo­wing, some­ti­mes geo­me­tric design. His work is often an accu­mu­la­ti­on of dif­fe­rent com­po­nents that sug­gest an unst­a­ble balance.

  • 22

    Streuvelsmonument

    Screenshot 2024 05 21 at 14 38 31

    Over het kunstwerk (NL)

    Hon­derd jaar na zijn geboor­te kreeg Streu­vels in 1971, in opdracht van het Streu­vels­co­mi­té, Pro­vin­cie West-Vlaan­de­ren en het Minis­te­rie van Cul­tuur, zijn Streu­vels­mo­nu­ment in het gemeen­te­park van Heu­le, dat even­eens aan hem toe­ge­wijd werd. Bij de ont­hul­ling waren heel wat pro­mi­nen­ten aan­we­zig. Minis­ter van Cul­tuur Frans van Meche­len gaf een redevoering.

    Streu­vels had zelf aan­ge­ge­ven dat hij geen figu­ra­tief stand­beeld wens­te. Kun­ste­naar Jan Van de Ker­ck­ho­ve heeft er voor geko­zen om Streu­vels te eren met een monu­men­taal teken, waar­in de essen­tie van zijn oeu­vre samen­ge­bald is. In de steen werd niets anders dan het zon­ne­te­ken uit­ge­hou­wen, als een fos­siel in de ruwe steen ver­eeu­wigd. Het zon­ne­rad, tege­lijk molen­steen, ver­e­nigt in zich de oer­krach­ten vuur en aar­de: de aar­de als mate­rie waar­van men leeft en waar­op men werkt, en de zon als vuur, levens­kracht en pas­sie. Het staat sym­bool voor de gang van de tijd, de eeu­wi­ge strijd, het wroe­ten, de tra­giek van het nood­lot. Een krach­ti­ge hul­de aan de uni­ver­se­le dimen­sie van Streu­vels werk, waar­in de natuur­krach­ten en pri­mai­re men­se­lij­ke drif­ten het tegen elkaar opnemen.

    About the artwork (EN)

    One hund­red years after his birth, Streu­vels recei­ved his Streu­vels monu­ment in the muni­ci­pal park of Heu­le in 1971, on behalf of the Streu­vels Com­mit­tee, Pro­vin­ce of West Flan­ders and the Mini­stry of Cul­tu­re, which was also dedi­ca­ted to him. Many pro­mi­nent figu­res were pre­sent at the unvei­ling. Minis­ter of Cul­tu­re Frans van Meche­len gave a speech.

    Streu­vels himself had indi­ca­ted that he did not want a figu­ra­ti­ve sta­tue. Artist Jan Van de Ker­ck­ho­ve has cho­sen to honor Streu­vels with a monu­men­tal sign, which sum­ma­ri­zes the essen­ce of his oeu­vre. Nothing other than the sun sign was car­ved into the sto­ne, immor­ta­li­zed in the rough sto­ne like a fos­sil. The sun wheel, which is also a mill­s­to­ne, uni­tes within itself the pri­mor­di­al for­ces of fire and earth: the earth as mat­ter from which one lives and on which one works, and the sun as fire, life for­ce and pas­si­on. It sym­bo­li­zes the pas­sa­ge of time, the eter­nal strug­gle, the strug­gle, the tra­ge­dy of fate. A powerful tri­bu­te to the uni­ver­sal dimen­si­on of Streu­vel’s work, in which the for­ces of natu­re and pri­ma­ry human dri­ves com­pe­te against each other.

  • 23

    Najade

    Screenshot 2024 05 23 at 11 23 02

    Over het kunstwerk (NL)

    Bij de uit­bouw van het Pro­vin­ci­aal Zwem­bad zocht de Pro­vin­cie naar de inte­gra­tie van enke­le kunst­wer­ken in en rond het gebouw. Aan vier gese­lec­teer­de kun­ste­naars uit de pro­vin­cie werd gevraagd om nieu­we ont­wer­pen in te die­nen die ver­band hiel­den met water. Roger Bon­du­el stel­de drie maquet­tes voor van staan­de zee­meer­min­nen. De jury koos voor één van deze ont­wer­pen, maar vol­gens de kun­ste­naar juist het minst inte­res­san­te van de drie. Eén van de twee ande­re ont­wer­pen werd later even­eens door de kun­ste­naar uit­ge­voerd en bevindt zich momen­teel in zijn tuin in Sint-Andries-Brugge.

    De kun­ste­naar heeft gepoogd de sfeer van de wereld onder zee op te roe­pen. Het beeld, geti­teld Naja­de’, is een zeer vrije, bij­na abstrac­te inter­pre­ta­tie van het zee­meer­min­the­ma. Het is een lang­ge­rek­te, gril­li­ge figuur, waar­in zowel vrou­we­lij­ke vor­men als koraal­mo­tie­ven terug te vin­den zijn. Het Pro­vin­ci­aal zwem­bad is intus­sen over­ge­no­men door de stad Kort­rijk, met inbe­grip van het kunstwerk.

    Roger Bon­du­el (Pit­tem, 1930 – Brug­ge 2019) stu­deer­de aan het Sint-Lucas­in­sti­tuut Gent. Bon­du­el begon als schil­der, maar ori­ën­teer­de zich steeds meer op de beeld­houw­kunst. Zijn voor­keur gaat uit naar het wer­ken met metaal, dat hij vorm geeft door las- en smeed­werk. Aan­van­ke­lijk maak­te hij veel sier­voor­wer­pen van reli­gi­eu­ze aard zoals mon­stran­sen en taber­na­kels. Zijn behan­de­ling van de tra­di­ti­o­ne­le ico­no­gra­fie is zeer vrij en expe­ri­men­teel en getuigt van een barok­ke fan­ta­sie. In 2005 werd hij lau­re­aat van de Gou­den Feniks, een cul­tuur­prijs van het Houtland.

    About the artwork (EN)

    When devel­o­ping the Pro­vin­ci­al Swim­ming Pool, the Pro­vin­ce loo­ked for the inte­gra­ti­on of seve­r­al works of art in and around the buil­ding. Four selec­ted artists from the pro­vin­ce were asked to sub­mit new designs rela­ted to water. Roger Bon­du­el pre­sen­ted three models of stan­ding mer­maids. The jury cho­se one of the­se designs, but accor­ding to the artist it was the least inte­res­ting of the three. One of the two other designs was also later exe­cu­ted by the artist and is cur­rent­ly in his gar­den in Sint-Andries-Bruges.

    The artist has attemp­ted to evo­ke the atmos­p­he­re of the world under the sea. The ima­ge, entit­led Nai­a­de’, is a very free, almost abstract inter­pre­ta­ti­on of the mer­maid the­me. It is an elon­ga­ted, whim­si­cal figu­re, in which both femi­ni­ne sha­pes and coral motifs can be found. The Pro­vin­ci­al swim­ming pool has now been taken over by the city of Kort­rijk, inclu­ding the artwork.

    Roger Bon­du­el (Pit­tem, 1930 – Bru­ges 2019) stu­died at the Sint-Lucas Insti­tu­te in Ghent. Bon­du­el star­ted as a pain­ter, but incre­a­sin­gly focu­sed on sculp­tu­re. He pre­fers wor­king with metal, which he sha­pes through wel­ding and for­ging. Ini­ti­al­ly he made many deco­ra­ti­ve objects of a reli­gious natu­re such as mon­stran­ces and taber­na­cles. His tre­at­ment of tra­di­ti­o­nal ico­no­grap­hy is very free and expe­ri­men­tal and tes­ti­fies to a baro­que fan­ta­sy. In 2005 he beca­me a lau­re­a­te of the Gol­den Phoe­nix, a cul­tu­ral pri­ze from the Houtland.

  • 24

    De Eerste Stap / Moeder en Kind

    Screenshot 2024 05 23 at 11 24 12

    Over het kunstwerk (NL)

    De Eer­ste Stap’, soms ook ver­meld als Moe­der en Kind’, werd in 1955 ont­huld in het Mag­da­len­a­park, enke­le dagen na de open­stel­ling van het park voor het publiek. Het beeld stelt een moe­der voor die haar kind onder­steunt bij zijn eer­ste stap­pen. Naar de bete­ke­nis van dit kunst­werk moet niet ver gezocht wor­den. Het werk is een hom­ma­ge aan de jon­ge moe­ders van de baby­boom­ge­ne­ra­tie, die in gro­te geta­le naar het park zou­den trek­ken met hun peuters.

    André Taec­kens (Tor­hout, 1909 — Brug­ge, 1965) stu­deer­de aan de Aca­de­mie Gent van 1932 tot 1938. In dat jaar mocht hij de Prijs van de stad Gent in ont­vangst nemen. In 1955, het jaar waar­in de stad Kort­rijk De Eer­ste Stap’ ver­wierf, kreeg hij in Parijs de Prijs Thor­let en werd zijn werk onder­schei­den in Madrid. In 1958 kreeg hij de Pro­vin­ci­a­le Prijs voor Beeld­houw­kunst van West-Vlaan­de­ren. Taec­kens rea­li­seer­de diver­se opdrach­ten voor scho­len en offi­ci­ë­le instel­lin­gen, o.m. in Roe­se­la­re, Tor­hout en Zedel­gem. Ook het oor­logs­mo­nu­ment in Kuur­ne werd door hem ontworpen.

    About the artwork (EN)

    The First Step’, some­ti­mes also refer­red to as Mother and Child’, was unvei­led in Mag­da­le­na Park in 1955, a few days after the park was ope­ned to the public. The sta­tue depicts a mother sup­por­ting her child in his first steps. The mea­ning of this work of art is not far to seek. The work is a tri­bu­te to the young mothers of the baby boom gene­ra­ti­on, who would flock to the park with their toddlers.

    André Taec­kens (Tor­hout, 1909 — Bru­ges, 1965) stu­died at the Ghent Aca­de­my from 1932 to 1938. In that year he recei­ved the Pri­ze of the city of Ghent. In 1955, the year in which the city of Kort­rijk acqui­red De Eer­ste Step’, he recei­ved the Thor­let Pri­ze in Paris and his work was dis­tin­guis­hed in Madrid. In 1958 he recei­ved the Pro­vin­ci­al Pri­ze for Sculp­tu­re of West Flan­ders. Taec­kens com­ple­ted various assign­ments for schools and offi­ci­al insti­tu­ti­ons, inclu­ding in Roe­se­la­re, Tor­hout and Zedel­gem. He also desig­ned the war memo­ri­al in Kuurne.

  • 25

    Sequence 2

    Https static standaard be Assets Images Upload 2015 08 30 7a7c7fe6 4f1c 11e5 b12b 8b7890a3ddb1 original

    Over het kunstwerk (NL)

    Kunst­werk van Filip Dujar­din langs het jaag­pad van de Leie nabij de Bur­ge­mees­ter Lam­brecht­laan. Voor FLUX stel ik een vreug­de­vol kunst­pro­ject voor dat inspeelt op de her­won­nen waar­de­ring van Kort­rijk ten opzich­te van haar rivier. Hier­bij stel ik een ruim­te­lij­ke instal­la­tie voor waar de gebouw­de stad zich let­ter­lijk uit­breidt tot op de her­nieuw­de boor­den van de Leie. Door mid­del van het bou­wen van klei­ne, vaak grap­pi­ge en let­ter­lijk mis­plaatste struc­tu­ren of beter gezegd sculp­tu­ren die archi­tec­tuur als vor­men­taal gebrui­ken, wor­den delen van de oevers her­scha­pen in een fic­tief bouw­ter­rein met de boor­den als rooi­lijn. De bedoe­ling is om de hui­di­ge publie­ke ruim­te in te delen in open en meer intie­me­re plek­ken door muur­tjes, nis­sen of kamer­tjes te bou­wen met zicht naar de rivier en/​of de stad. Het wor­den klei­ne gebouw­tjes waar men in, op, tus­sen of onder kan zit­ten of staan. Het zijn plek­ken waar men kan genie­ten, medi­te­ren en uit­rus­ten al dan niet ont­trok­ken aan de publie­ke blik.

    Deze objec­ten incor­po­re­ren soms het bestaan­de straat­meu­bi­lair en/​of de plaat­se­lij­ke flo­ra of dui­ken plots her en der op langs het par­cours aan bei­de kan­ten van het water en wor­den zicht­baar in een ver­die­ping in de Col­le­ge­to­ren. Zo ont­staat er een opeen­vol­ging van klei­ne folies die door de hoe­veel­heid een zeker rit­me geven aan de wan­de­ling langs het water. Door de ingreep in de Col­le­ge­to­ren die het water weer­spie­gelt kan de hele stad getui­ge zijn​.De mate­ri­a­li­se­ring gebeurt in streek­ei­gen bak­ste­nen en dak­pan­nen, knip­oog naar het rij­ke indu­stri­ë­le ver­le­den van de regio Kort­rijk (Kora­mic bak­ste­nen, dak­pan­nen Pot­tel­berg e.a.).”

    About the artwork (EN)

    Art­work by Filip Dujar­din along the towpath of the Leie near Bur­ge­mees­ter Lam­brecht­laan. For FLUX I pro­po­se a joy­ful art pro­ject that res­ponds to the regai­ned appre­ci­a­ti­on of Kort­rijk towards its river. I here­by pro­po­se a spa­ti­al instal­la­ti­on whe­re the built city liter­al­ly expands onto the rene­wed banks of the Leie. By buil­ding small, often fun­ny and liter­al­ly out of pla­ce struc­tu­res or rather sculp­tu­res that use archi­tec­tu­re as a for­mal lan­gu­a­ge, parts of the banks are trans­for­med into a fic­ti­tious buil­ding site with the edges as a buil­ding line. The inten­ti­on is to divi­de the cur­rent public spa­ce into open and more inti­ma­te pla­ces by buil­ding walls, niches or rooms with a view of the river and/​or the city. They will be small buil­dings whe­re peo­p­le can sit or stand in, on, bet­ween or under. They are pla­ces whe­re one can enjoy, medi­ta­te and rest, whe­ther or not hid­den from public view.

    The­se objects some­ti­mes incor­po­ra­te the exis­ting street fur­ni­tu­re and/​or local flo­ra or sud­den­ly appear here and the­re along the rou­te on both sides of the water and beco­me visi­ble in a floor in the Col­le­ge Tower. This cre­a­tes a suc­ces­si­on of small foils that, due to their quan­ti­ty, give a cer­tain rhythm to the walk along the water. The inter­ven­ti­on in the Col­le­ge Tower that reflects the water allows the enti­re city to wit­ness it. The mate­ri­a­li­za­ti­on is done in regi­o­nal bricks and roof tiles, a nod to the rich indu­stri­al past of the Kort­rijk regi­on (Kora­mic bricks, Pot­tel­berg roof tiles, etc.).”

  • 26

    Vlaskapel

    Browse 7

    Over het kunstwerk (NL)

    Ode aan het vlas, dat in scho­ven of kapel­len” werd samen­ge­bon­den om te dro­gen. De vlas­in­du­strie wordt beschouwd als een bron van wel­vaart , die tot uiting komt in de win­kel­stra­ten. Het fon­tein­beeld in de vorm van een vlas­ka­pel kwam er in 1962 bij de aan­leg van de Kor­te Steen­straat als eer­ste ver­keers­vrije win­kel­straat van Kort­rijk (en wel­licht van Bel­gië). Het ini­ti­a­tief werd geno­men door een samen­wer­ken­de ven­noot­schap van 25 han­de­laars samen met de stad.

    De fon­tein werd ont­wor­pen door Gui­do Spey­brou­ck uit Heu­le, zoon van de gra­fi­sche ont­wer­per Jos Spey­brou­ck. Hij stond in voor het teke­nen van de vlas­schoof, het ont­werp van de fon­tein en de groen­aan­leg in de omge­ving. De vlas­ka­pel (ook vlas­schelf” of vlas­schoof” genoemd) werd uit­ge­voerd in gedre­ven rood koper door kunst­ko­per­smid Mauri­ce Chris­ti­aens-Beheydt uit Kort­rijk. Het ver­gul­den gebeur­de door deco­ra­teur M. Van­lae­ke uit Kort­rijk. De lei­din­gen voor de fon­tein wer­den aan­ge­legd door Omer Blon­deel uit Heu­le en Bou­de­wijn Delom­bae­r­de uit Heu­le trad op als aan­ne­mer. Het fon­tein­tje werd ver­wij­derd bij de heraan­leg van de win­kel­stra­ten in 1998. Het beeld werd toen over­ge­bracht naar het Vlas­mu­se­um, waar het bui­ten tus­sen het Vlas­mu­se­um en het Kant-en Lin­nen­mu­se­um geplaatst werd, maar niet meer als fon­tein func­ti­o­neer­de. Bij de slui­ting van het Vlas­mu­se­um kwam het beeld in een depot te staan in afwach­ting van een nieu­we bestem­ming.

    In 2021 is er een her­be­stem­ming aan het beeld gege­ven en komt het opnieuw in de open­ba­re ruim­te terecht. De Vlas­markt kreeg de voor­keur als loca­tie en het beeld kreeg een opknap­beurt. Na inspec­tie werd enkel aan de opper­vlak­te wat scha­de door ver­vui­ling en ero­sie vast­ge­steld. De res­tau­ra­tie gebeur­de door het Ate­lier Hep­hais­tos uit Aal­be­ke. De sok­kel is gemaakt door Luc Ver­be­ke uit Kort­rijk. Het beeld is momen­teel niet als fon­tein in wer­king maar in het sok­kel­ont­werp is de moge­lijk­heid voor­zien om in de toe­komst een fon­tein­pomp te plaatsen.

    About the artwork (EN)

    Ode to the flax, which was tied together in she­a­ves or cha­pels” to dry. The flax indu­stry is con­si­de­red a sour­ce of pros­pe­ri­ty, which is reflec­ted in the shop­ping streets. The foun­tain sta­tue in the sha­pe of a flax cha­pel was cre­a­ted in 1962 when the Kor­te Steen­straat was con­struc­ted as the first pede­stri­an shop­ping street in Kort­rijk (and per­haps in Bel­gi­um). The ini­ti­a­ti­ve was taken by a coo­p­e­ra­ti­ve part­ner­ship of 25 tra­ders together with the city.

    The foun­tain was desig­ned by Gui­do Spey­brou­ck from Heu­le, son of the grap­hic desig­ner Jos Spey­brou­ck. He was res­pon­si­ble for dra­wing the flax she­af, the design of the foun­tain and the gree­ne­ry in the area. The flax cha­pel (also cal­l­ed flax she­af” or flax she­af”) was made in dri­ven red cop­per by art cop­per­smith Mauri­ce Chris­ti­aens-Beheydt from Kort­rijk. The gil­ding was done by deco­ra­tor M. Van­lae­ke from Kort­rijk. The pipes for the foun­tain were laid by Omer Blon­deel from Heu­le and Bou­de­wijn Delom­bae­r­de from Heu­le acted as con­trac­tor. The foun­tain was remo­ved during the rede­vel­op­ment of the shop­ping streets in 1998. The sta­tue was then trans­fer­red to the Flax Muse­um, whe­re it was pla­ced out­si­de bet­ween the Flax Muse­um and the Lace and Linen Muse­um, but no lon­ger func­ti­o­ned as a foun­tain. When the Flax Muse­um clo­sed, the sta­tue was pla­ced in a depot awai­ting a new destination.

    In 2021, the sta­tue will be repur­po­sed and will once again be pla­ced in the public spa­ce. The Vlas­markt was pre­fer­red as a loca­ti­on and the sta­tue was given a make­over. After inspec­ti­on, some dama­ge due to pol­lu­ti­on and ero­si­on was only found on the surfa­ce. The res­tora­ti­on was done by the Ate­lier Hep­hais­tos from Aal­be­ke. The pede­stal was made by Luc Ver­be­ke from Kort­rijk. The sta­tue is cur­rent­ly not in ope­ra­ti­on as a foun­tain, but the pede­stal design pro­vi­des the opti­on to install a foun­tain pump in the future.

  • 27

    Zonder Titel

    Images0persgroep 1

    Over het kunstwerk (NL)

    Gepant­serd wezen’ van Gerard Hol­mens en Le Con­scient’ van Octa­ve Lan­duyt kre­gen al een nieu­we stek in res­pec­tie­ve­lijk De Bran­ding in de Leeuw Van Vlaan­de­ren­straat en het Gul­den­spo­ren­col­le­ge Kaai. Nu volgt Zon­der Titel’. Het beeld stond eer­der tot de slui­ting van het Broel­mu­se­um in de tuin van het muse­um. Het bestaat uit twee op elkaar lig­gen­de volu­mes in ruw bewerk­te blau­we hard­steen. Typisch voor het werk van Ver­pou­c­ke is de con­fron­ta­tie tus­sen onge­vormd natuur­lij­ke mate­ri­aal in ruwe steen en de strak­ke of soms vloei­en­de geo­me­tri­sche vorm­ge­ving. Gepo­lijs­te delen ver­ster­ken het con­trast. Zijn abstrac­te werk past bij de indu­stri­ë­le look van de vroe­ge­re spin­ne­rij in Man­ches­ter­stijl. De voor­tuin is vanop straat zicht­baar voor publiek. 

    About the artwork (EN)

    Armou­red Cre­a­tu­re’ by Gerard Hol­mens and Le Con­scient’ by Octa­ve Lan­duyt have alrea­dy been given a new home in De Bran­ding in the Leeuw Van Vlaan­de­ren­straat and the Gul­den­spoor­col­le­ge Kaai, res­pec­ti­ve­ly. Now fol­lows Untit­led’. The sta­tue pre­vious­ly stood in the muse­um’s gar­den until the clo­su­re of the Broel Muse­um. It con­sists of two supe­rim­po­sed volu­mes of rough­ly wor­ked blue­s­to­ne. Typi­cal for Ver­pou­c­ke’s work is the con­fron­ta­ti­on bet­ween unfor­med natu­ral mate­ri­al in raw sto­ne and the sleek or some­ti­mes flo­wing geo­me­tric design. Polis­hed parts enhan­ce the con­trast. His abstract work mat­ches the indu­stri­al look of the for­mer Man­ches­ter-sty­le spin­ning mill. The front gar­den is visi­ble to the public from the street. 

  • 28

    K doll

    Www lepoete 02

    Over het kunstwerk (NL)

    Ser­vi­ce­club Kiwa­nis Kort­rijk viert bin­nen­kort zijn vijf­tig­ste ver­jaar­dag met een bij­zon­de­re kunst­ten­toon­stel­ling. Levens­gro­te pop­pen ver­schij­nen in het stads­beeld van Kort­rijk. Deze K‑dolls zijn de gro­te­re broers en zus­sen van de Kiwa­nis­pop­pen. In elke stad waar de expo pas­seert, krij­gen enke­le loka­le kun­ste­naars de kans om een gro­te pop te bewer­ken. Deze levens­gro­te pop­pen van 220cm wor­den onbaat­zuch­tig door loka­le arties­ten beschil­derd en in een ech­te kuns­t­rou­te geëx­po­seerd in de his­to­ri­sche bin­nen­stad van Kort­rijk. In Kort­rijk zijn de loka­le kun­ste­naars nie­mand min­der dan Rik Ver­meersch, Mie­ke Gydé, Ana­lu­cia Moreno-Con­cha, Moni­ca Vil­lar­roel en Joke Demey­e­re. Hun werk zal van­af 10 febru­a­ri te zien zijn, want dan wordt een wan­del­rou­te geo­pend die langs een vijf­en­twin­tig­tal K‑dolls zal lei­den. Naast een twin­tig­tal bestaan­de pop­pen zul­len er dus 5 gloed­nieu­we en loka­le K‑dolls te bewon­de­ren zijn.

    About the artwork (EN)

    Ser­vi­ce club Kiwa­nis Kort­rijk will soon cele­bra­te its fif­tieth anni­vers­a­ry with a spe­ci­al art exhi­bi­ti­on. Life-size dolls appear in the city­sca­pe of Kort­rijk. The­se K‑dolls are the big­ger bro­thers and sis­ters of the Kiwa­nis dolls. In eve­ry city whe­re the exhi­bi­ti­on pas­ses, some local artists will have the oppor­tu­ni­ty to cre­a­te a lar­ge doll. The­se life-size dolls of 220cm are sel­fles­sly pain­ted by local artists and exhi­bi­ted in a real art rou­te in the his­to­ric city cen­ter of Kort­rijk. In Kort­rijk the local artists are none other than Rik Ver­meersch, Mie­ke Gydé, Ana­lu­cia Moreno-Con­cha, Moni­ca Vil­lar­roel and Joke Demey­e­re. Their work will be on dis­play from Febru­a­ry 10, when a wal­king rou­te will be ope­ned that will lead past twen­ty-five K‑dolls. In addi­ti­on to about twen­ty exis­ting dolls, the­re will be 5 brand new and local K‑dolls on display.

  • 29

    Koningin Astrid

    Screenshot 2024 05 24 at 11 07 29

    Over het kunstwerk (NL)

    Konin­gin Astrid werd in 1905 in Stock­holm gebo­ren als doch­ter van een broer van de Zweed­se koning. In 1926 trad zij in het huwe­lijk met kroon­prins Leo­pold, de late­re Leo­pold III. In 1934 werd ze Konin­gin der Bel­gen. Ze maakt zich op kor­te tijd zeer geliefd door haar vrien­de­lijk­heid en mens­lie­vend­heid. In april 1935 bezocht zij een aan­tal nood­lij­den­de fami­lies in Kort­rijk. In augus­tus 1935 kwam zij op tra­gi­sche wij­ze om het leven bij een auto-onge­val in Küs­snacht (Zwit­ser­land). Zij was de moe­der van koning Bou­de­wijn, prin­ses Josep­hi­ne-Char­lot­te van Luxem­burg en van koning Albert II.

    Het is een sober maar waar­dig konink­lijk monu­ment in wit­te mar­mer en hard­steen. De vor­stin is afge­beeld ten voe­ten uit, in een lang kleed en met bloe­men­rui­ker, op een een­vou­di­ge sok­kel. Het beeld staat in een rond perk, ach­ter­aan afge­boord door een per­go­la met klas­sie­ke zui­len. Alfred Cour­tens (Brus­sel, 1889 — St.-Joost-ten-Node, 1967) was een zoon van kunst­schil­der Franz Cour­tens. Hij stu­deer­de aan de Aca­de­mie Brus­sel (bij Char­les Van der Stap­pen en Tho­mas Vin­çot­te). In 1913 kreeg hij de drie­jaar­lijk­se Gode­char­le­prijs. Beken­de wer­ken van hem zijn o. m. het monu­ment van Leo­pold II in Oos­ten­de, het rui­ter­stand­beeld van koning Albert aan de Alber­ti­na­bi­bli­o­theek in Brus­sel en het Peter Benoit­mo­nu­ment in Harelbeke.

    About the artwork (EN)

    Queen Astrid was born in Stock­holm in 1905, the daugh­ter of a bro­ther of the Swe­dish king. In 1926 she mar­ried Crown Prin­ce Leo­pold, the later Leo­pold III. In 1934 she beca­me Queen of the Bel­gians. She quick­ly made herself very popu­lar through her kind­ness and huma­ni­ty. In April 1935 she visi­ted a num­ber of dis­tres­sed fami­lies in Kort­rijk. In August 1935 she tra­gi­cally died in a car acci­dent in Küs­snacht (Swit­zer­land). She was the mother of King Bau­douin, Prin­cess Josep­hi­ne-Char­lot­te of Luxem­bourg and King Albert II.

    It is a sober but dig­ni­fied roy­al monu­ment in whi­te mar­ble and blue­s­to­ne. The queen is depic­ted full-length, in a long dress and with a flo­wer bou­quet, on a sim­ple pede­stal. The sta­tue stands in a round bed, bor­de­red at the back by a per­go­la with clas­si­cal columns. Alfred Cour­tens (Brus­sels, 1889 — St.-Joost-ten-Noode, 1967) was a son of pain­ter Franz Cour­tens. He stu­died at the Brus­sels Aca­de­my (with Char­les Van der Stap­pen and Tho­mas Vin­çot­te). In 1913 he recei­ved the tri­en­ni­al Gode­char­le Pri­ze. His well-known works inclu­de the monu­ment of Leo­pold II in Ostend, the equestri­an sta­tue of King Albert at the Alber­ti­na Libra­ry in Brus­sels and the Peter Benoit Monu­ment in Harelbeke.